VVD – focus op de kosten voor middeninkomens en niet op belang van kinderen

Het kabinet Schoof (PVV, VVD, BBB, NSC) heeft aangekondigd in 2026 zo’n 250 miljoen euro te bezuinigen op de kinderopvangtoeslag door het maximum uurtarief niet te indexeren. De verantwoordelijk staatssecretaris Jurgen Nobel (VVD) stelt in een commissievergadering op 23 januari 2025 dat er geen sprake is van terugtrekking van het wetsvoorstel (ondanks de forse kritiek van organisaties, gemeentes en zelfs de Raad van State”). Opmerkelijk genoeg pleit dezelfde VVD een week later in hun programma “Agenda voor werkenden” juist voor een investering van 250 miljoen euro in de kinderopvangtoeslag, om deze voor werkenden te verlagen.

Uit de plannen van de VVD blijkt dat deze investering vooral ten goede komt aan middeninkomens (tussen € 47.500 en € 82.900). Dit betekent dat de lagere inkomens geconfronteerd worden met hogere kosten door het niet indexeren van de maximum uurtarieven, terwijl middeninkomens minder gaan betalen.

In 2025 is al een aanpassing in de vergoedingspercentages doorgevoerd, waardoor middeninkomens lagere netto kinderopvangkosten hebben gekregen. De plannen voorzien in verdere verhoging van deze vergoedingspercentages in 2027 (en vermoedelijk al deels in 2026 via een ingroeipad) tot maximaal 96% van de kosten, mits deze binnen de maximum uurtarieven vallen. In de Agenda voor Werkenden wordt overigens volledig voorbijgegaan aan deze aanpassingen en rekent de VVD alleen met cijfers uit 2023 en 2024.

Hogere inkomens profiteren vanaf 2027 aanzienlijk, aangezien zij eveneens 96% van de kinderopvangkosten vergoed gaan krijgen. Momenteel ligt dit percentage voor hen bijvoorbeeld op 33,3%, wat betekent dat zij jaarlijks duizenden euro’s kunnen besparen.

De koers van de VVD laat zien dat kinderopvang vooral wordt ingezet als arbeidsmarktinstrument, zonder oog te hebben voor het belang van kinderen.

Uit de Agenda voor Werkenden

Lastenverlaging voor middeninkomens De VVD wil dat de belasting voor werkende middeninkomens verder omlaaggaat. In het Hoofdlijnenakkoord is een goede eerste stap gezet, maar er zal de komende jaren echt meer nodig zijn. Belastingen die werken ontmoedigen of het alledaagse leven duurder maken, zullen verlaagd moeten worden. Voor de VVD blijft dit elke komende begroting prioriteit. Bij de onderhandelingen voor de begroting van volgend jaar wil de VVD een eerste stap maken met het Plan voor de Portemonnee, door de energierekening voor huishoudens en de kinderopvang voor werkende ouders goedkoper te maken

Dure vaste lasten Het zijn niet alleen de boodschappen die duurder worden, ook de vaste lasten stijgen flink. De stijgende kosten voor wonen, water en energie zijn inmiddels zelfs de belangrijkste factor in de inflatie.72 We zien daardoor dat de prijzen voor de middenklasse harder stijgen dan gemiddelde inflatiecijfers doen vermoeden. De kinderopvang, een grote kostenpost voor middeninkomens, werd in 2024 maar liefst 9,6% duurder ten opzichte van 2023.73 De prijzen in 2023 waren dan weer 7,5% hoger dan in 2022.74 De kinderopvangtoeslag compenseert hier deels voor, maar de voor veel huishoudens onmisbare kinderopvang legt een steeds groter beslag op de portemonnee.