Uitstel (bijna) gratis kinderopvang naar 2029: niet echt een verrassing
Het hing al even in de lucht, maar bij de presentatie van de Voorjaarsnota 2025 is het officieel geworden: de invoering van het stelsel van (bijna) gratis kinderopvang wordt uitgesteld van 2027 naar 2029. Een teleurstelling voor sommigen, een opluchting voor anderen – maar echt verrassend is het niet.
Het oorspronkelijke plan, waarin werkende ouders vanaf 2027 nog maar een klein deel van de kinderopvangkosten zouden betalen, klonk aantrekkelijk. Toch waren er al langere tijd twijfels of dit haalbaar zou zijn. Het nieuwe stelsel vraagt om flinke aanpassingen in regelgeving, systemen én uitvoering – en dat blijkt nu toch te ambitieus op korte termijn. Daarbij zocht het kabinet Schoof naar financiering van andere maatregelen. Het opschorten van de invoering levert aardig wat wisselgeld op.
Te weinig mensen, te weinig plekken
Een belangrijk knelpunt blijft het personeelstekort in de kinderopvang. Als de vraag naar opvang straks ineens fors stijgt – wat waarschijnlijk is bij een flinke verlaging van de ouderbijdrage – dan dreigt het bestaande tekort alleen maar groter te worden. Dit zou niet alleen de kwaliteit van de opvang onder druk zetten, maar ook zorgen voor prijsopdrijvende effecten door schaarste.
Daarnaast kampen veel regio’s nu al met een gebrek aan opvanglocaties. Meer vraag zonder extra capaciteit leidt dan vooral tot langere wachtlijsten en frustratie bij ouders én opvangorganisaties.
Het is bovendien glashelder dat de kinderopvang cruciaal is voor de arbeidsmarkt als geheel. Ouders kunnen niet aan het werk – bijvoorbeeld in onmisbare sectoren als de zorg of het onderwijs – als er geen betrouwbare, kwalitatieve opvang beschikbaar is voor hun kinderen. Kinderopvang is dus méér dan alleen een vangnet: het is een voorwaarde voor een goed draaiende economie.
Kinderopvang is ook een springplank voor kinderen
Toch wordt bij deze discussie soms een minstens zo belangrijk aspect vergeten: kinderopvang is niet alleen een arbeidsmarktinstrument, maar ook van grote waarde voor kinderen zelf. De kinderopvang biedt een veilige, stimulerende omgeving waar kinderen zich sociaal, emotioneel en cognitief kunnen ontwikkelen.
Onderzoek laat zien dat kinderen die op jonge leeftijd gebruikmaken van professionele kinderopvang vaak met een voorsprong aan de basisschool beginnen. Ze zijn gewend aan een groepsstructuur, hebben zich taalvaardigheid en zelfredzaamheid sneller eigen gemaakt, en doen belangrijke sociale vaardigheden op. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen uit gezinnen met minder kansen: zij profiteren extra van een goede opvangomgeving.
Het feit dat de arbeidseis voorlopig blijft bestaan – en daarmee sommige kinderen uitgesloten blijven – wordt daarom door diverse partijen als een gemiste kans gezien. Kinderopvang draagt bij aan gelijke kansen, en juist in gezinnen met een laag inkomen of beperkte draagkracht is die toegang extra waardevol.
En nu?
De komende jaren zal het kabinet moeten werken aan een realistisch én toekomstbestendig stelsel, waarin kwaliteit, beschikbaarheid én betaalbaarheid hand in hand gaan. Het uitstel tot 2029 biedt lucht, maar roept ook de vraag op: hoe zorgen we dat het systeem straks wél werkt – voor álle kinderen én hun ouders?