Uitkomsten onderzoek over ongelijkheid salarissen kinderopvang (deel 2)
Aan het onderzoek van Kinderopvang-Wijzer over de mogelijke toenemende ongelijkheid in salarissen binnen de kinderopvang—met name voor medewerkers in het primaire proces, zoals pedagogisch medewerkers—hebben 921 respondenten deelgenomen. Van deze reacties zijn 890 bruikbaar voor de analyse, omdat een deel van de antwoorden onvolledig was en daardoor niet meegenomen kon worden in de resultaten.
In dit tweede artikel presenteren we een verdieping op het de resultaten in het eerste artikel.
De cao Kinderopvang: Duidelijke regels en beperkingen
De cao Kinderopvang is een standaard cao, wat betekent dat er niet zomaar van mag worden afgeweken, zelfs niet in het voordeel van medewerkers. Alleen op enkele specifieke punten is afwijking mogelijk, mits er overeenstemming is met de PVT/OR.
Het doel van een standaard cao is gelijkheid en duidelijkheid voor werkgevers en werknemers en het voorkomen van concurrentie op arbeidsvoorwaarden, wat negatieve gevolgen kan hebben voor de branche, zoals hogere tarieven voor ouders. Door personeelstekorten kan druk ontstaan om aangepaste voorwaarden of hogere inschaling te bieden, maar dit kan ongelijkheid en onzekerheid vergroten.
Schaalindeling en salarisgroei
- Pedagogisch medewerkers worden standaard ingedeeld in schaal 6, met in sommige gevallen plaatsing in schaal 7. Dit betekent niet altijd een hogere trede of salaris.
- Sommige werkgevers hanteren afwijkende schaal- of trede indelingen, wat mogelijk in strijd is met de cao.
- Jaarlijkse periodieke salarisverhoging wordt toegekend tot het maximum van de schaal is bereikt. Dit gebeurt op een jubileumdatum (zoals de indiensttredingsdatum) of op een vaste datum (bijvoorbeeld 1 januari).
- Bij onvoldoende functioneren kan de werkgever een periodiek weigeren, mits dit goed wordt onderbouwd en gecommuniceerd.
Een vaste toekenningsdatum kan administratief eenvoudiger zijn, maar ook als onrechtvaardig worden ervaren als een nieuwe medewerker al snel een verhoging krijgt, terwijl anderen langer moeten wachten.
Bij veel respondenten is het onduidelijk in welke schaal zij ingedeeld zijn. Wij zijn dus alleen uitgegaan van de trede indeling en hebben de schaalindelingen buiten beschouwing gelaten.
Representativiteit
Voor representativiteit moet een onderzoek aan bepaalde voorwaarden voldoen. Dit onderzoek was anoniem en online, zonder controle op de herkomst of juistheid van de respondenten. Hoewel het aantal deelnemers representatief is voor de kinderopvangbranche, wijzen factoren zoals gemiddelde leeftijd en opvangvorm op beperkte representativiteit.
Desondanks bieden de resultaten een goede indicatie.
Functiebenaming
De gemiddelde leeftijd van alle 890 respondenten is iets boven de 40 jaar (40,3), waarbij men gemiddeld 15,1 ervaringsjaren heeft.
Onderstaand tabel met verschillende functiebenamingen van pedagogisch medewerkers waarbij de functie “senior of ervaren pedagogisch medewerker” niet in het functieboek voorkomt maar door een aantal werkgevers gebruikt wordt. Mogelijk dat men hier ook andere trede / schaal indeling heeft aan gekoppeld.
Alhoewel het aantal respondenten met de afwijkende functiebenaming beperkt is en er dus beperkte conclusie kan worden getrokken loopt het redelijk gelijk op met de andere groepen.
De groep pedagogisch medewerkers is dus iets jonger, heeft iets minder voltooide ervaringsjaren en daarom iets lagere gemiddelde trede. Het verschil tussen de theoretische en gemiddelde trede is iets groter bij de pedagogisch medewerkers dan bij de andere groepen.
Functie | Aantal | Gem. leeftijd | Gem. ervaring | Startleeftijd | Theoretische trede | Gem. trede |
Pedagogisch medewerker (functieboek) | 635 | 40,4 | 15,1 | 25,3 | 24,1 | 19,4 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 1 tm 4 (functieboek) | 71 | 40,6 | 14,5 | 26,1 | 23,5 | 19,8 |
Senior (of ervaren) pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 35 | 41,5 | 16,7 | 24,9 | 25,7 | 21,8 |
Functie Pedagogisch medewerker (functieboek)
Kijk je naar de groep respondenten die hebben aangegeven de functie pedagogisch medewerker te dragen is te zien dat de afwijkingen beginnen in trede 20. Daarbij zijn medewerkers die in de hogere tredes zijn ingedeeld vaker jonger begonnen.
In tabelvorm is dat ook zichtbaar, vanaf trede 20 neemt het verschil tussen de werkelijk ingedeelde trede en de theoretische trede toe.
Pedagogisch medewerker (functieboek) | Aantal | Gem. leeftijd | Gem. ervaring | Startleeftijd | Theoretische trede | Afwijking |
10 | 5 | 29,6 | 1,2 | 28,4 | 10,2 | 0,2 |
11 | 21 | 28,9 | 2,3 | 26,6 | 11,3 | 0,3 |
12 | 22 | 33,2 | 2,7 | 30,5 | 11,7 | -0,3 |
13 | 31 | 30,4 | 4,7 | 25,6 | 13,7 | 0,7 |
14 | 24 | 32,0 | 6,7 | 25,4 | 15,7 | 1,7 |
15 | 28 | 32,7 | 7,6 | 25,1 | 16,6 | 1,6 |
16 | 33 | 36,1 | 6,8 | 29,3 | 15,8 | -0,2 |
17 | 26 | 32,2 | 7,9 | 24,2 | 16,9 | -0,1 |
18 | 30 | 37,1 | 9,6 | 27,6 | 18,6 | 0,6 |
19 | 23 | 35,2 | 10,1 | 25,0 | 19,1 | 0,1 |
20 | 26 | 39,6 | 14,7 | 24,9 | 23,7 | 3,7 |
21 | 58 | 41,9 | 16,5 | 25,4 | 25,5 | 4,5 |
22 | 91 | 44,9 | 19,7 | 25,2 | 28,7 | 6,7 |
23 | 203 | 46,5 | 22,5 | 24,0 | 31,5 | 8,5 |
24 | 5 | 48,2 | 25,2 | 23,0 | 34,2 | 10,2 |
Niet meegenomen in overzicht | 9 | |||||
Totaal | 635 | 40,4 | 15,1 | 25,3 | 24,1 |
Functie Pedagogisch medewerker – differentiatie 1 tm 4 (functieboek)
Hieronder he beeld bij de groep respondenten die hebben aangegeven de functie pedagogisch medewerker – differentiatie 1 tm 4 te dragen. Hierbij wordt opgemerkt dat het aantal waarnemingen per trede beperkt is, dus ook maar beperkt conclusies uit kunnen worden getrokken.
Het komt vaker voor dat deze groep in een iets hogere trede is ingedeeld dan op basis van de ervaringsjaren. Dit kan komen doordat een deel vermoedelijk in schaal 7 is ingedeeld
Pedagogisch medewerker – differentiatie 1 tm 4 (functieboek) | Aantal | Gem. leeftijd | Gem. ervaring | Startleeftijd | Theoretische trede | Afwijking |
12 | 7 | 33,7 | 2,7 | 31,0 | 11,7 | -0,3 |
13 | 2 | 35,5 | 2,0 | 33,5 | 11,0 | -2,0 |
14 | 1 | 39,0 | 3,0 | 36,0 | 12,0 | -2,0 |
15 | 2 | 31,0 | 2,5 | 28,5 | 11,5 | -3,5 |
16 | 2 | 25,5 | 5,0 | 20,5 | 14,0 | -2,0 |
17 | 1 | 26,0 | 8,0 | 18,0 | 17,0 | 0,0 |
18 | 4 | 32,0 | 9,0 | 23,0 | 18,0 | 0,0 |
19 | 5 | 30,0 | 9,4 | 20,6 | 18,4 | -0,6 |
21 | 4 | 36,3 | 8,5 | 27,8 | 17,5 | -3,5 |
22 | 14 | 46,5 | 21,4 | 25,1 | 30,4 | 8,4 |
23 | 20 | 45,1 | 20,6 | 24,5 | 29,6 | 6,6 |
24 | 1 | 44,0 | 22,0 | 22,0 | 31,0 | 7,0 |
Niet meegenomen in overzicht | 8 | |||||
Totaal | 71 | 40,6 | 14,5 | 26,1 | 23,5 |
Functie Senior/Ervaren Pedagogisch medewerker (niet in functieboek)
De functiebenaming senior of ervaren pedagogisch medewerker komt niet voor in het functieboek en bedacht door (enkele) werkgevers. Het is mogelijk dat deze ook een afwijkende schaal of trede indeling hieraan gekoppeld hebben.
Op basis van deze (beperkte) gegevens lijkt deze groep structureel niet echt hoger ingedeeld te worden bij de tredes.
Senior (of ervaren) pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | Aantal | Gem. leeftijd | Gem. ervaring | Startleeftijd | Theoretische trede | Afwijking |
15 | 1 | 30,0 | 6,0 | 24,0 | 15,0 | 0,0 |
19 | 2 | 33,0 | 8,0 | 25,0 | 17,0 | -2,0 |
20 | 4 | 31,0 | 8,0 | 23,0 | 17,0 | -3,0 |
21 | 6 | 46,5 | 17,2 | 29,3 | 26,2 | 5,2 |
22 | 4 | 46,8 | 24,0 | 22,8 | 33,0 | 11,0 |
23 | 10 | 41,3 | 17,5 | 23,8 | 26,5 | 3,5 |
24 | 6 | 44,3 | 17,7 | 26,7 | 26,7 | 2,7 |
Niet meegenomen in overzicht | 2 | |||||
Totaal | 35 | 41,5 | 16,7 | 24,9 | 25,7 |
Specificatie tredes
Hieronder tref je specificaties aan van trede 15 tot en met trede 24. Daarbij volgende overzicht aan:
- Welke functienamen zijn er gebruikt
- Hoe vaak komen deze functienamen voor
- Wat is de gemiddelde leeftijd
- Wat zijn de gemiddelde aantal voltooide ervaringsjaren
- Wat is de (theoretisch) start leeftijd in de branche
- Wat is de (theoretische) trede op basis van ervaringsjaren
Hierbij het volgende opgemerkt: hoe meer respondenten hoe betrouwbaarder de uitkomst en kan er beter een conclusie aan worden verbonden. Aan antwoorden die bijvoorbeeld maar 1 of 2 keer voorkomen kan dus geen conclusie worden gekoppeld.
Bij de theoretische start leeftijd (dus wanneer men zou zijn gaan werken in de branche kinderopvang) is geen rekening gehouden met medewerkers die mogelijk een tijdje de branche hebben verlaten, iets wat 10 jaar nog vaker voorkwam dan nu. Dit kan zeker effect hebben bij de hogere tredes.
Ook de theoretisch trede houdt geen rekening met factoren die dat kunnen beïnvloeden, zoals een baanwissel, onvoldoende of juist zeer goed functioneren.
Trede 15
Trede 15 is bedoeld voor pedagogisch medewerkers met 6 voltooide ervaringsjaren en voldoende functioneren.
Het gemiddelde aantal ervaringsjaren ligt op 7,6 jaar en is dus hoger dan de verwachte 6 voltooide ervaringsjaren. Nu heeft er geen controle op het aantal ervaringsjaren plaats gevonden. Wat mogelijk hiervoor een reden kan zijn is het volgende: de laatste jaren zijn er steeds meer BBL-klassen, waarbij er dus al ervaringsjaren worden opgebouwd zonder volledige inzetbaarheid. Indien respondent deze ook heeft opgegeven kom je een hoger aantal ervaringsjaren.
Trede 15 | Aantal | Gem. leeftijd | Gem. ervaring | Startleeftijd | Theoretische trede |
Pedagogisch medewerker (functieboek) | 28 | 32,7 | 7,6 | 25,1 | 16,6 |
Niet opgegeven | 2 | 40,0 | 6,5 | 33,5 | 15,5 |
Combifunctie Pedagogsich medewerker / praktijkopleider | 1 | 26,0 | 7,0 | 19,0 | 16,0 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 3 (functieboek) | 1 | 4,0 | 13,0 | ||
Senior (of ervaren) pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 1 | 30,0 | 6,0 | 24,0 | 15,0 |
Assistent leidinggevende (functieboek) | 1 | 28,0 | 7,0 | 21,0 | 16,0 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 1 (functieboek) | 1 | 31,0 | 1,0 | 30,0 | 10,0 |
35 | 32,7 | 7,2 | 25,5 | 16,2 |
Trede 16
Trede 16 is bedoeld voor pedagogisch medewerkers met 7 voltooide ervaringsjaren en voldoende functioneren.
Blijkens de waarnemingen klopt dat ook aardig.
Trede 16 | Aantal | Gem. leeftijd | Gem. ervaring | Startleeftijd | Theoretische trede |
Pedagogisch medewerker (functieboek) | 33 | 36,1 | 6,8 | 29,3 | 15,8 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 4 (functieboek) | 2 | 25,5 | 5,0 | 20,5 | 14,0 |
Assistent leidinggevende (functieboek) | 2 | 26,5 | 4,0 | 22,5 | 13,0 |
Andere benaming voor pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 1 | 33,0 | 10,0 | 23,0 | 19,0 |
Eindtotaal | 38 | 34,9 | 6,6 | 28,3 | 15,6 |
Trede 17
Trede 17 is bedoeld voor pedagogisch medewerkers met 8 voltooide ervaringsjaren en voldoende functioneren.
Dit komt ook overeen voor de medewerkers met de functiebenaming “pedagogisch medewerker”. Bij de “Combifunctie Pedagogisch medewerker / praktijkopleider” is een forse afwijking waarbij er fors meer ervaringsjaren zijn.
Trede 17 | Aantal | Gem. leeftijd | Gem. ervaring | Startleeftijd | Theoretische trede |
Pedagogisch medewerker (functieboek) | 26 | 32,2 | 7,9 | 24,2 | 16,9 |
Andere benaming voor pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 4 | 39,5 | 12,3 | 27,3 | 21,3 |
Assistent leidinggevende (functieboek) | 3 | 25,7 | 4,3 | 21,3 | 13,3 |
Combifunctie Pedagogisch medewerker / praktijkopleider | 3 | 45,0 | 21,7 | 23,3 | 30,7 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 1 (functieboek) | 1 | 26,0 | 8,0 | 18,0 | 17,0 |
Pedagogisch expert (niet in functieboek) | 1 | 38,0 | 9,0 | 29,0 | 18,0 |
Niet opgegeven | 1 | 37,0 | 12,0 | 25,0 | 21,0 |
Eindtotaal | 39 | 33,5 | 9,3 | 24,2 | 18,3 |
Trede 18
Trede 18 is bedoeld voor pedagogisch medewerkers met 9 voltooide ervaringsjaren en voldoende functioneren.
Dit komt ook redelijk overeen voor de medewerkers met de functiebenaming “pedagogisch medewerker”. Bij deze trede zijn er weinig afwijkingen.
Trede 18 | Aantal | Gem. leeftijd | Gem. ervaring | Startleeftijd | Theoretische trede |
Pedagogisch medewerker (functieboek) | 30 | 37,1 | 9,6 | 27,6 | 18,6 |
Combifunctie Pedagogsich medewerker / praktijkopleider | 3 | 33,0 | 9,3 | 23,7 | 18,3 |
Niet opgegeven | 3 | 41,7 | 8,0 | 33,7 | 17,0 |
Andere benaming voor pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 2 | 30,0 | 5,5 | 24,5 | 14,5 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 2 (functieboek) | 2 | 28,0 | 7,5 | 20,5 | 16,5 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 4 (functieboek) | 1 | 31,0 | 9,0 | 22,0 | 18,0 |
Assistent leidinggevende (functieboek) | 1 | 30,0 | 9,0 | 21,0 | 18,0 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 3 (functieboek) | 1 | 41,0 | 12,0 | 29,0 | 21,0 |
Eindtotaal | 43 | 36,2 | 9,2 | 27,0 | 18,2 |
Trede 19
Trede 19 is bedoeld voor pedagogisch medewerkers met 10 voltooide ervaringsjaren en voldoende functioneren.
Dit komt ook redelijk overeen voor de medewerkers met de functiebenaming “pedagogisch medewerker”. Bij deze trede zijn er weinig afwijkingen
Trede 19 | Aantal | Gem. leeftijd | Gem. ervaring | Startleeftijd | Theoretische trede |
Pedagogisch medewerker (functieboek) | 23 | 35,2 | 10,1 | 25,0 | 19,1 |
Assistent leidinggevende (functieboek) | 6 | 29,0 | 7,0 | 22,0 | 16,0 |
Niet opgegeven | 2 | 33,5 | 10,0 | 23,5 | 19,0 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 1 (functieboek) | 2 | 29,0 | 5,0 | 24,0 | 14,0 |
Senior (of ervaren) pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 2 | 33,0 | 8,0 | 25,0 | 17,0 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 4 (functieboek) | 1 | 28,0 | 7,0 | 21,0 | 16,0 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 3 (functieboek) | 1 | 32,0 | 17,0 | 15,0 | 26,0 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 2 (functieboek) | 1 | 32,0 | 13,0 | 19,0 | 22,0 |
Eindtotaal | 38 | 33,3 | 9,4 | 23,9 | 18,4 |
Trede 20
Trede 20 is bedoeld voor pedagogisch medewerkers met 11 voltooide ervaringsjaren en voldoende functioneren.
Terwijl de indeling van pedagogisch medewerkers in trede 17,18,19 redelijk overeenkomt met de theoretische trede-indeling is dat bij trede wat anders. De respondenten met functie “pedagogisch medewerker” hebben gemiddeld meer ervaringsjaren (14,7) dan de 11 voltooide ervaringsjaren die bij de trede horen.
Daarbij hebben de respondenten met Senior/ervaren pedagogisch medewerker minder ervaringsjaren dan verwacht wordt. Dit zou een indicatie kunnen zijn er door deze werkgevers afgeweken wordt van de cao kinderopvang. Het aantal waarnemingen zijn echter te gering om dit te concluderen. Zie hiervoor ook opmerkingen bij trede 21.
Trede 20 | Aantal | Gem. leeftijd | Gem. ervaring | Startleeftijd | Theoretische trede |
Pedagogisch medewerker (functieboek) | 26 | 39,6 | 14,7 | 24,9 | 23,7 |
Senior (of ervaren) pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 4 | 31,0 | 8,0 | 23,0 | 17,0 |
Andere benaming voor pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 2 | 32,5 | 9,5 | 23,0 | 18,5 |
Assistent leidinggevende (functieboek) | 1 | 28,0 | 8,0 | 20,0 | 17,0 |
Pedagogisch expert (niet in functieboek) | 1 | 29,0 | 9,0 | 20,0 | 18,0 |
Niet opgegeven | 1 | 37,0 | 18,0 | 19,0 | 27,0 |
Eindtotaal | 35 | 37,5 | 13,4 | 24,1 | 22,4 |
Trede 21
Trede 21 is bedoeld voor pedagogisch medewerkers met 12 voltooide ervaringsjaren en voldoende functioneren.
Tot en met 2023 was trede 21 de hoogste trede van schaal 6. Dat is met ingang van 2024 aangepast naar trede 23. Werkgevers zijn verschillend omgegaan met deze aanpassing, een deel zal de trede verhoging hebben doorgevoerd bij periodiek datum, een deel mogelijk gelijk op 1 januari 2024.
Net als in trede 20 hebben veel pedagogisch medewerkers meer ervaringsjaren dan het theoretisch benodigde aantal. Waren bij trede 20 de senior/ervaren pedagogisch medewerkers eerder hoger ingedeeld dan hun ervaringsjaren, bij trede 21 is dat juist andersom.
Trede 21 | Aantal | Gem. leeftijd | Gem. ervaring | Startleeftijd | Theoretische trede |
Pedagogisch medewerker (functieboek) | 58 | 41,9 | 16,5 | 25,4 | 25,5 |
Senior (of ervaren) pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 6 | 46,5 | 17,2 | 29,3 | 26,2 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 1 (functieboek) | 2 | 38,0 | 6,5 | 31,5 | 15,5 |
Andere benaming voor pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 2 | 58,0 | 19,5 | 38,5 | 28,5 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 4 (functieboek) | 1 | 32,0 | 4,0 | 28,0 | 13,0 |
Assistent leidinggevende (functieboek) | 1 | 48,0 | 12,0 | 36,0 | 21,0 |
Niet opgegeven | 1 | 52,0 | 32,0 | 20,0 | 41,0 |
Combifunctie Pedagogsich medewerker / praktijkopleider | 1 | 32,0 | 10,0 | 22,0 | 19,0 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 3 (functieboek) | 1 | 37,0 | 17,0 | 20,0 | 26,0 |
Pedagogisch expert (niet in functieboek) | 1 | 30,0 | 11,0 | 19,0 | 20,0 |
Eindtotaal | 74 | 42,3 | 16,2 | 26,1 | 25,2 |
Trede 22
Sinds 2024 is in schaal 6 de hoogste trede 23. Alhoewel je dus zou kunnen zeggen dat er 13 voltooide ervaringsjaren horen bij trede 22 is dat niet realistisch. Als de werkgever de medewerker in schaal 7 heeft ingedeeld dan was dit al een gangbare trede.
Net als in trede 21 valt wel op dat de respondenten met functienaam senior/ervaren pedagogisch medewerker meer ervaringsjaren hebben dan de respondenten met de standaard functienaam.
Trede 22 | Aantal | Gem. leeftijd | Gem. ervaring | Startleeftijd | Theoretische trede |
Pedagogisch medewerker (functieboek) | 91 | 44,9 | 19,7 | 25,2 | 28,7 |
Assistent leidinggevende (functieboek) | 8 | 33,9 | 12,6 | 21,3 | 21,6 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 4 (functieboek) | 7 | 47,3 | 23,2 | 24,1 | 32,2 |
Combifunctie Pedagogsich medewerker / praktijkopleider | 5 | 47,2 | 26,8 | 20,4 | 35,8 |
Niet opgegeven | 5 | 44,4 | 23,2 | 21,2 | 32,2 |
Andere benaming voor pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 4 | 47,5 | 20,5 | 27,0 | 29,5 |
Senior (of ervaren) pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 4 | 46,8 | 24,0 | 22,8 | 33,0 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 1 (functieboek) | 3 | 37,5 | 15,5 | 22,0 | 24,5 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 3 (functieboek) | 2 | 55,0 | 26,0 | 29,0 | 35,0 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 2 (functieboek) | 2 | 44,0 | 19,5 | 24,5 | 28,5 |
Pedagogisch expert (niet in functieboek) | 1 | 38,0 | 19,0 | 19,0 | 28,0 |
Eindtotaal | 132 | 44,6 | 20,0 | 24,6 | 29,0 |
Trede 23
Sinds 2024 is in schaal 6 de hoogste trede 23. Alhoewel je dus zou kunnen zeggen dat er 14 voltooide ervaringsjaren horen bij trede 23 is dat niet realistisch. Als de werkgever de medewerker in schaal 7 heeft ingedeeld dan was dit al een gangbare trede.
Hadden de respondenten met de functienaam senior/ervaren pedagogisch medewerker in trede 21 en 22 juist meer ervaringsjaren dan de pedagogisch medewerker, in trede 23 is dat weer omgekeerd, net als in trede 20.
Trede 23 | Aantal | Gem. leeftijd | Gem. ervaring | Startleeftjd | Theoretische trede |
Pedagogisch medewerker (functieboek) | 203 | 46,5 | 22,5 | 24,0 | 31,5 |
Andere benaming voor pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 13 | 45,2 | 19,0 | 26,2 | 28,0 |
Senior (of ervaren) pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 10 | 41,3 | 17,5 | 23,8 | 26,5 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 4 (functieboek) | 9 | 42,0 | 17,5 | 24,5 | 26,5 |
Assistent leidinggevende (functieboek) | 7 | 44,4 | 20,4 | 24,0 | 29,4 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 1 (functieboek) | 5 | 50,2 | 27,6 | 22,6 | 36,6 |
Combifunctie Pedagogsich medewerker / praktijkopleider | 4 | 41,3 | 20,5 | 20,8 | 29,5 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 3 (functieboek) | 4 | 45,3 | 18,5 | 26,8 | 27,5 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 2 (functieboek) | 2 | 46,0 | 19,5 | 26,5 | 28,5 |
Niet opgegeven | 2 | 44,5 | 24,0 | 20,5 | 33,0 |
Pedagogisch expert (niet in functieboek) | 1 | 48,0 | 28,0 | 20,0 | 37,0 |
Eindtotaal | 260 | 45,9 | 21,9 | 24,0 | 30,9 |
Trede 24
Trede 24 is niet mogelijk als je bent ingedeeld in schaal 6, hiervoor moet je minimaal ingedeeld zijn in schaal 7. En ook al worden door sommige organisaties VE-medewerkers in schaal 7 geplaatst, het betekend niet dat de trede dan hoger is.
Het aantal respondenten neemt dan ook gelijk fors af en is de functie assistent leidinggevende de meest voorkomende, gevolgd door de senior/ervaren PM.
Trede 24 | Aantal | Gem. leeftijd | Gem. ervaring | Startleeftijd | Theoretische trede |
Assistent leidinggevende (functieboek) | 7 | 35,6 | 16,4 | 19,1 | 25,4 |
Senior (of ervaren) pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 6 | 44,3 | 17,7 | 26,7 | 26,7 |
Pedagogisch medewerker (functieboek) | 5 | 48,2 | 25,2 | 23,0 | 34,2 |
Andere benaming voor pedagogisch medewerker (niet in functieboek) | 4 | 40,3 | 17,8 | 22,5 | 26,8 |
Pedagogisch medewerker – differentiatie 2 (functieboek) | 1 | 44,0 | 22,0 | 22,0 | 31,0 |
Pedagogisch expert (niet in functieboek) | 1 | 59,0 | 15,0 | 44,0 | 24,0 |
Eindtotaal | 24 | 42,5 | 19,0 | 23,5 | 28,0 |