Twee keer zoveel vrouwen als mannen zijn niet beschikbaar en niet op zoek naar werk
In 2023 had 8 procent van de mannen tussen de 15 en 65 jaar die geen onderwijs volgen geen betaald werk, zocht daar ook niet naar en was niet direct beschikbaar om te beginnen. Bij vrouwen was dit aandeel twee keer zo hoog, namelijk 17 procent. Voor vrouwen zijn flexibele werktijden en de mogelijkheid om de werkweek af te stemmen op hun privéleven belangrijke voorwaarden om aan het werk te gaan. Dit blijkt uit de Emancipatiemonitor 2024, die door het CBS is gepubliceerd.
Sinds de eerste editie in 2000 richt de Emancipatiemonitor zich op verschillen en overeenkomsten tussen vrouwen en mannen op gebieden als werk, onderwijs, gezondheid, inkomen, slachtofferschap en veiligheid. Ook wordt de vrouwenemancipatie in Nederland vergeleken met die in andere EU-landen. Nieuw in deze editie is het onderzoek naar vrouwen en mannen zonder betaald werk.
Eén op de zes vrouwen is niet beschikbaar voor werk en zoekt er ook niet naar
Onder vrouwen van 15 tot 65 jaar die geen onderwijs volgen, had 17 procent (728 duizend) geen betaald werk, zocht daar ook niet naar en was niet beschikbaar om te werken. Bij mannen was dit aandeel 8 procent (367 duizend). In tweeoudergezinnen was het aandeel zonder werk kleiner, maar het verschil tussen vrouwen en mannen groter. Moeders met een partner werken bijna vier keer zo vaak niet als vaders met een partner. Ook alleenstaande moeders en vrouwen met een partner maar zonder kinderen vallen op met een hoger percentage zonder werk. Bij alleenstaande vrouwen en mannen is het aandeel zonder werk relatief hoog, maar het verschil tussen vrouwen en mannen in deze groep is relatief klein.
Bij zowel vrouwen als mannen komt niet werken in verhouding vaak voor bij 55- tot 65-jarigen en bij mensen met basisonderwijs of een vmbo-diploma. Ook in het buitenland geboren vrouwen en mannen werken in verhouding vaak niet.
Zorgtaken zijn vooral voor moeders met een partner de reden om niet te werken
Voor de meeste niet-werkende vrouwen en mannen die niet beschikbaar zijn en niet op zoek naar werk, ligt de oorzaak echter bij ziekte of arbeidsongeschiktheid: in 2023 was dit de reden voor 75 procent van de mannen en 55 procent van de vrouwen. Voor mannen is dit in alle huishoudenssituaties de belangrijkste reden, en bij vrouwen geldt dit vooral voor alleenstaanden (met kinderen).
Bij vrouwen met een partner en thuiswonende kinderen was de zorg voor gezin of huishouden de meest genoemde reden om niet te werken (52 procent), terwijl slechts 8 procent van de vaders met een partner dit aangaf. Voor vrouwen met een partner zonder (thuiswonende) kinderen waren naast ziekte en zorgtaken ook pensionering of hoge leeftijd vaak een reden om niet te werken.
Geschikte werktijden belangrijkste voorwaarde voor vrouwen om aan het werk te gaan
Een derde van alle niet-werkende vrouwen zou onder bepaalde voorwaarden wél betaald werk willen doen. De meest genoemde voorwaarden zijn een baan met het gewenste aantal uren (17 procent), werktijden die beter op het privéleven zijn af te stemmen (15 procent), en een werkplek dichter bij huis (13 procent).
Deeltijdwerk vooral om tijd vrij te maken voor huishouden en vrije tijd
Bijna 8 op de 10 vrouwen van 15 tot 65 jaar die geen onderwijs volgen, hadden in 2023 betaald werk. De meerderheid van deze vrouwen (65 procent) werkte in deeltijd, minder dan 35 uur per week—veel vaker dan mannen, waarvan 18 procent in deeltijd werkte. Voor zowel vrouwen als mannen zijn huishoudelijke taken, boodschappen en andere klussen, en tijd voor jezelf, hobby’s, sport en sociale contacten de belangrijkste redenen om in deeltijd te werken. Ook zorg voor de kinderen is een veelvoorkomende reden: vrijwel alle deeltijd werkende ouders, zowel vaders als moeders, geven dit aan.
Wens om minder te werken vooral voor meer persoonlijke tijd
Bij zowel vrouwen als mannen is meer tijd voor jezelf de meest genoemde reden om minder te willen werken, zelfs als dit betekent dat het inkomen daalt. Ook meer tijd voor huishouden, boodschappen en klussen, minder werkstress en meer tijd voor de zorg voor kinderen zijn veelgenoemde redenen. Voor werkende ouders met een kind tot twaalf jaar is zorg zelfs bij 8 op de 10 een belangrijke reden om minder te willen werken.
Bron : CBS