Inzet van zzp’ers in een aantal sectoren, zoals zorg, kinderopvang en onderwijs is in meeste gevallen niet mogelijk doordat er sprake is van schijnzelfstandigheid. Dit werd ook duidelijk geformuleerd bij de MvT bij het wetsontwerpVerduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden”, welke was opgesteld door o.a. uitvoeringsorganisaties zoals UWV, Belastingdienst, en Nederlandse Arbeidsinspectie. Deze zijn ook onderdeel van het team wat het beleid heeft voorbereid en uitgewerkt. Een citaat uit het MvT:

In die situaties waarin op basis van de huidige wetgeving en jurisprudentie voldoende duidelijk is dat sprake is van een arbeidsrelatie, weten werkenden en werkgevenden (of zouden ze dit moeten weten) dat sprake is van schijnzelfstandigheid. Dergelijke vormen van welbewuste schijnzelfstandigheid zijn aan de orde als werkgeverschap en werknemerschap en bijbehorende rechten en verplichtingen bewust worden ontlopen. Dit is het geval als bij het verrichten van arbeid het zwaartepunt ligt op een gezagsrelatie met de werknemer en er weinig zelfstandigheid en/of ondernemerschap in de arbeidsrelatie aanwezig is. Toch wordt dan de afwezigheid van concrete instructies of de mogelijkheid van vervanging door een andere werkende, gepresenteerd als elementen die beslissend zouden bepalen dat een arbeidsrelatie buiten dienstverband kan plaatsvinden. Dit speelt bijvoorbeeld bij bepaalde vormen van platformwerk, waar de werkende nadrukkelijk aangestuurd wordt maar dan door een algoritme of een app. Maar dit is evenzeer aan de orde bij bijvoorbeeld werk in sectoren als zorgkinderopvang en onderwijs, indien de werkenden in deze sectoren in feite hetzelfde werk verrichten als werknemers en er geen sprake is van werk dat voor eigen rekening of risico (zelfstandig) wordt verricht.

Werkgevers in deze sectoren horen dus te weten dat inzet van zzp’ers niet kan zonder overtreding van de Wet DBA, ook al werd er niet door de Belastingdienst hierop gehandhaafd. Maar dat gaat veranderen.

Zo blijkt uit de bijlages van de rapportage Voortgang werkprogramma PNIL januari 2024, dat de Belastingdienst in 2023 al een stuk actiever was dan in 2022. Het aantal bedrijfsbezoeken ging van 326 in 2022 naar 664 in 2023, een verdubbeling. Ook het aantal boekenonderzoeken is gestegen.

Werkgevers in deze sectoren die zzp’ers blijven inzetten op functies als pedagogisch medewerker, leerkracht en verpleegkundige lopen steeds meer risico voor de hun bedrijfsvoering, helemaal als de wet “Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden” wordt ingevoerd. Of dit wetsontwerp onverkort en ongewijzigd wordt ingevoerd bij een nieuw kabinet is nu nog niet duidelijk, de zienswijze van de uitvoeringsinstanties over de huidige wetgeving en jurisprudentie is zeer duidelijk en niet politiek gemotiveerd. De politiek kan dit dan ook niet negeren.

Hieronder de bijlagen behorend bij de rapportage Voortgang werkprogramma PNIL januari 2024


Bijlage I Weergave gesprekken en inzet op stimuleren modern en goed werkgeverschap

Kinderopvang

SZW organiseerde op 12 september 2023 een bijeenkomst over modern werkgeverschap in de kinderopvang, die door de 25 deelnemende werkgevers uit de kinderopvangsector als inspirerend en succesvol werd ervaren. Zo werden tijdens de bijeenkomst voorbeelden van modern werkgeverschap uitgewisseld die helpen om personeel te behouden, het werkplezier te verhogen en/of het verzuim te verlagen en stonden werkgevers met elkaar stil bij de vraag hoe je je werk in de kinderopvang zo kunt organiseren dat professionals ervoor kiezen om in de sector te (blijven) werken en minder snel uitstromen naar bijvoorbeeld het zzp-schap. De deelnemers benadrukten dat er meer aandacht moet komen voor het vergroten van de beroepstrots. Ook zouden werkgevers meer regelmatig in gesprek kunnen gaan met hun pedagogisch professionals over de wederzijdse wensen en verwachtingen. Die wensen verschillen per persoonlijke situatie, wat maatwerk nodig maakt. Werkzekerheid en ontwikkelmogelijkheden zijn daarbij van belang. Maar ook het gesprek over meer uren werken en combinatiebanen kan helpen om de wensen van werkgevers en werknemers beter bij elkaar aan te laten sluiten. Bovendien gaven werkgevers aan het beeld te hebben dat wet- en regelgeving (bijvoorbeeld de drie-uursregeling) of de beperkte ruimte om in de kinderopvang af te wijken van de cao modern werkgeverschap in de weg kunnen zitten.

Tegelijkertijd is het bij modern werkgeverschap van belang dat werknemers verantwoordelijkheid nemen, zodat er balans ontstaat tussen vrijheid krijgen en verantwoordelijkheid nemen. De regie en autonomie van de professionals en hun team kan worden verhoogd door middel van functiedifferentiatie, goede onboarding en door teams zelf hun roosters te laten verzorgen. Ook vitaliteitscoaches en andere trainingen kunnen helpen, vooral bij het naar boven brengen van ieders kwaliteiten. De bijeenkomst werd al zeer nuttig en inspirerend ervaren en zal in de toekomst mogelijk een vervolg krijgen.

Zorg

VWS geeft modern werkgeverschap een plek binnen het programma ‘Toekomstbestendige arbeidsmarkt zorg en welzijn’. Vanuit VWS lopen er diverse acties om werkgevers te ondersteunen om een modern werkgever te zijn. Veelal wordt deze ondersteuning vorm gegeven via de 12 regionale werkgeversverenigingen zorg en welzijn, die MLZS met subsidie ondersteunt via het programma ‘Samen Regionaal Sterk’. Zo hebben er diverse regionale bijeenkomsten plaatsgevonden waarbinnen goed werkgeverschap een thema was. Voorbeelden hiervan zijn:

  • De stakeholder bijeenkomst van ZWconnect in regio Haaglanden/ Rijn-Gouwe op 28 augustus. Het doel van deze bijeenkomst was om met vertegenwoordigers van diverse subregio’s, werkvelden en branches binnen Zorg en Welzijn in Zuid-Holland met elkaar het gesprek aan te gaan over de arbeidsmarkt. Goed werkgeverschap is hierbij aan de orde geweest: Hoe maak je werken in zorg en welzijn zijn zo aantrekkelijk mogelijk? Er is stilgestaan bij het belang van oprechte aandacht en de rol van de leidinggevende hierin en hoe de leidinggevende verder te empoweren in zijn/haar rol.
  • Op 26 september 2023 heeft stichting Het Potentieel Pakken in Brabant een interactieve workshop gegeven over de kansen van contractuitbreiding en hoe je daarmee als organisatie aan de slag kan om een aantrekkelijk werkgever te zijn. Vanuit het Ministerie van VWS is toelichting gegeven op de meerurenbonus. De aanwezigen vanuit de gehandicaptenzorg, VVT en ziekenhuiszorg hebben de workshop als informatief en leerzaam ervaren door de nieuwe inzichten die ze hebben gekregen en de praktische handvatten waar ze in de praktijk mee aan de slag kunnen.
  • Op 12 oktober 2023 is het XXL event zeggenschap georganiseerd door VWS. Er waren ongeveer 150 zorgprofessionals aanwezig. Eén van de deelsessie ging over goed werkgeverschap en werkgeluk.
  • In Zuid Limburg is op 22 september 2023 een sessie georganiseerd. Goed werkgeverschap is aan de orde geweest, onder andere met het oog op meer uren werken en het magneet principe. Beide programma lijnen zullen in de regio verder worden uitgewerkt.
  • Op 19 september 2023 is er een bijeenkomst georganiseerd ter viering van het eenjarig bestaan van het actieleernetwerk magneet: Aan de slag met behoud van personeel. Vanuit Sigra wordt het Actieprogramma behoudt georganiseerd. Met dit programma worden leden
  • gestimuleerd om aan de slag te gaan met de magneetkenmerken om een goede werkgever te worden.
  • In de regio Zuid Holland Zuid is een drieluik ‘sterk in je leiderschap’ georganiseerd voor leidinggevenden in de regio. De dialoogsessies behandelen steeds een ander thema: 1) aandacht, 2) sturing geven aan behoud of vertrek en 3) het goede gesprek over lastige thema’s. Het project Blink! in Noordoost-Brabant is een mooi voorbeeld van goed werkgeverschap waarbij 12 organisaties in gezamenlijkheid optrekken. Website www.blinkbrabant.nl. Kort komt het erop neer dat medewerkers van deze organisatie
  • gericht gewezen worden op beschikbare loopbaanmogelijkheden intern, maar ook extern (Sterk in je Werk coaches, aanbieden van workshops gericht op de loopbaan, Transvorm Loopbaan Portal). Daarnaast zitten de 12 organisaties samen met de externe loopbaancoaches in een netwerk om ervaringen uit te wisselen en medewerkers naar elkaar door te kunnen verwijzen. Vanaf eind dit jaar t/m april 2024 wordt ook de activiteit “Met Blink je Blik Verruimen” aangeboden waarbij diverse organisaties uit het project op verschillende momenten de deuren van locaties/mooie projecten openstellen voor zowel medewerkers van de andere organisaties als voor eigen medewerkers. Hierbij draait het enerzijds om uitdragen van trots voor het vak/locatie, maar ook om het uitwisselen van kennis en expertise en mogelijkheid bieden tot oriënteren bij andere werkvelden.

Onderwijs

Ook OCW zet samen met de onderwijsorganisaties met de Lerarenstrategie1 stappen in het werven en behouden van personeel. Onderwerpen die binnen de Lerarenstrategie worden opgepakt, zijn o.a. het behouden van personeel en het voeren strategisch personeelsbeleid. Het stimuleren van goed strategisch personeelsbeleid helpt waar nodig in het tegengaan van de inhuur van zzp’ers en het gebruik van dure bemiddelingsbureaus.

Door een regionale aanpak met onderwijsregio’s worden schoolbesturen, lerarenopleidingen en de beroepsgroep gestimuleerd om samen in de regio de krachten bundelen. Hiervoor is een Realisatie- eenheid gevormd. Zij hebben als opdracht om uiterlijk eind 2024 tot een landelijk dekkend netwerk van onderwijsregio’s te komen. De Realisatie-eenheid ondersteunt, jaagt aan, spreekt aan, deelt kennis en monitort resultaten. Ze zorgt voor een wisselwerking tussen regio’s en tussen de regionale en landelijke ontwikkelingen.

Op dit vlak zijn er al mooie regionale initiatieven te zien, zoals de invalpools in het primair onderwijs (po) die een boven bestuurlijke samenwerking vormen. Een voorbeeld hiervan is Pool West in de regio Haaglanden. Deze samenwerking is enkele jaren geleden tot stand gekomen met als doel om een alternatief te bieden voor uitzendbureaus. Een ander voorbeeld is het Personeelscluster Oost Nederland (PON) in het Twente Achterhoek. Dit is een pool met vaste vervangers en tijdelijke invallers en waar besturen samenwerken aan het goed werkgeverschap. OCW stimuleert dat deze voorbeelden in en tussen de regio’s met elkaar gedeeld worden. Zo heeft er op 30 juni jl. een bijeenkomst plaatsgevonden met de regio’s waarin regionale samenwerking en het boeien en binden van werkende centraal stond.

Tegelijkertijd is het belangrijk om het werk als leraar in loondienst zo aantrekkelijk mogelijk te houden. Dit doet OCW door maatregelen te nemen om de werkdruk te verlagen, meer tijd te bieden aan leraren om te professionaliseren en meer ondersteuning in de klas.

1 Kamerstuk 27923-443


Bijlage II Nadere toelichting op de motie Palland

In het kader van het versterken en verbeteren van de handhaving worden bedrijfs- en boekenonderzoeken gedaan, ook in de sectoren zorg, onderwijs en kinderopvang. De voortgang van de handhaving op arbeidsrelaties door de Belastingdienst is hieronder weergegeven, waarmee ook uitvoering wordt gegeven aan de motie Palland. De vorige keer is over de voortgang van de handhaving gerapporteerd over de periode tot en met oktober 20221. Hieronder wordt gerapporteerd over het jaar 2022 en 2023.

Voortgang producten op handhaving op arbeidsrelaties

 20222023
 totaalonderhandenafgedaantotaalonderhandenafgedaan
Bedrijfsbezoeken326141185664268396
Boekenonderzoeken2021624024318261
Aanwijzingen12  14  
Modelovereenkomsten415  324  
Verzoeken verzekeringsplicht436  355  

De Belastingdienst heeft voor 2023 de beoogde inzet van 80 FTE gehaald.

Naast de geregistreerde bedrijfsbezoeken, boekenonderzoeken, gegeven aanwijzingen en afgegeven beschikkingen verzekeringsplicht zijn er meer effecten bereikt die als resultaat kunnen worden gekwalificeerd maar die niet afzonderlijk geregistreerd worden. Het betreft het geven van informatie, uitleg of voorlichting/toelichting door loonheffing-specialisten tijdens bedrijfsbezoeken met als doel de betrokken opdrachtgever te ondersteunen bij het juist kwalificeren van de arbeidsrelatie(s) door het goed toepassen van de fiscale regels.

Ten tweede gaat het om compliante opdrachtgevers die na een bedrijfsgesprek vrijwillig ertoe overgaan de beheersing van hun interne processen op de inhuur van arbeidskrachten te versterken. Daardoor wordt het risico op het onjuist kwalificeren van de arbeidsrelatie gemitigeerd, mede op grond van het besef dat zij daarvoor als eerste verantwoordelijk zijn.

Ten derde gaat het om opdrachtgevers die er na een ingesteld boekenonderzoek van overtuigd zijn dat arbeidsrelaties die in eerste aanleg gekwalificeerd werden als werken buiten dienstbetrekking, gekwalificeerd dienen te worden als werken binnen dienstbetrekking. Zij gaan de betreffende arbeidsrelaties vervolgens, zonder het geven van een aanwijzing, in de loonadministratie opnemen.

11 Voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n) van 16 december 2022


Bijlage III Reactie op motie Smals/Romke de Jong

De motie Smals/Romke de Jong 1 verzoekt om met betrekking tot de inhuur van echte zzp’ers bij publieke opdrachtgevers het volgende uit te voeren2:

  • te inventariseren bij welke publieke opdrachtgevers het beleid bestaat waardoor echte zzp’ers enkel via of met tussenkomst van een derde partij worden ingehuurd, en;
  • met deze opdrachtgevers te bespreken of en hoe zij dit uitsluitingsbeleid kunnen aanpassen.

Terecht merken de indieners op dat het individuele zzp’ers ten alle tijde vrij moeten staan om direct hun diensten aan te bieden aan publieke opdrachtgevers. Ten aanzien van de Rijksoverheid en de gemeenten is het volgende te melden.

Inkoopbeleid Rijksoverheid

De minister van BZK is stelselverantwoordelijk voor de bedrijfsvoering bij de Rijksoverheid. Bij de Rijksoverheid is, via de Rijksinkoop, geen sprake van centraal beleid om zzp’ers uit te sluiten van overheidsopdrachten. Het Rijk huurt ook zzp’ers in, al is dit vaak via een tussenpartij. Deze constructie van indirecte inhuur is echter geen uitgangspunt voor het inkoopbeleid, maar voornamelijk te verklaren vanuit de inkoopstrategieën die gehanteerd worden om te voldoen aan de Aanbestedingswet. Door de financiële omvang worden inhuurcontracten veelal Europees aanbesteed via raamcontracten. Hierop schrijven vooral leveranciers in die een breder aanbod kunnen bieden, zowel in aantallen als in expertisegebieden. Het voorgaande laat onverlet dat zzp’ers ook nog steeds rechtstreeks ingehuurd kunnen worden, bijvoorbeeld bij specifieke opdrachten onder de drempelbedragen van de Aanbestedingswet of via een Dynamisch Aankoopsysteem (DAS, ook wel aangeduid als ‘marktplaats’). Voor zover het ministerie van BZK kan overzien zijn er geen signalen dat zzp’ers bezwaren hebben tegen de huidige wijze van inhuur.

Inkoopbeleid gemeenten

Voorop staat dat gemeenten zelf verantwoordelijk zijn voor hun inkoopbeleid en dat dit moet voldoen aan alle wet- en regelgeving. Het kabinet heeft hier geen invloed op en ook de VNG kent ten aanzien hiervan geen centraal beleid. De VNG heeft navraag gedaan bij hun klankbordgroep die zich bezighoudt met inkoop en aanbesteden binnen Nederlandse gemeenten. Hierin zijn grotere gemeenten, kleinere gemeenten alsmede samenwerkingsverbanden vertegenwoordigd. Op basis van de door de VNG ontvangen reacties wordt bevestigd dat er geen uitsluitingsbeleid wordt gevoerd waardoor zzp’ers enkel via of met tussenkomst van een derde partij kunnen worden ingehuurd. Wel blijkt dat de wijze van inhuur lijkt op die van de Rijksoverheid. Dit betekent dat voor omvangrijkere opdrachten, binnen de wettelijke mogelijkheden, gebruik wordt gemaakt van raamcontracten en voor geringere, veelal gebruik wordt gemaakt van een Dynamisch Aankoopsysteem (of een vergelijkbaar systeem). Hierbij staat het zzp’ers vrij om zelf te kiezen al dan niet op een beschikbare opdracht in te schrijven. Tot slot wordt opgemerkt dat bij de VNG geen signalen bekend zijn dat zzp’ers zich niet in deze manier van inhuur kunnen vinden.

Conclusie

Uit het bovenstaande komen geen signalen naar voren dat er binnen het Rijk of bij gemeenten bestaat waardoor zzp’ers enkel via of met tussenkomst van een derde partij worden ingehuurd.

1 Kamerstukken 2022 – 2023, 31 311, nr. 254.

2 Bij de appreciatie heeft de minister van SZW toegezegd om over deze motie in gesprek te gaan met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (hierna VNG). Daarnaast heeft de minister de motie zo geïnterpreteerd dat voorafgaande aan het informeren van uw Kamer, een weging kan worden maken over eventuele vervolgstappen. De indieners hebben hiermee ingestemd.

Gelet hierop wordt geen aanleiding gezien om verdere stappen te ondernemen en wordt de motie beschouwd als afgedaan.

Ten overvloede

Als een echte zzp’er ten onrechte wordt uitgesloten om op een opdracht in te schrijven, en hij/zij denkt dat dat komt door kartel of misbruik van een machtspositie, kan een melding worden gemaakt bij de Autoriteit Consument en Markt.3

3 https://www.acm.nl/nl/uw-tip-melding-doorgeven-aan-de-acm

Bron: Rijksoverheid

De gegegevens in dit artikel zijn voor het laatst bijgewerkt en gecontroleerd op 28 januari 2024