Sinds de invoering van de aangepaste BKR voor de BSO op 1 juli 2024 gaan er nodige verhalen rond, die alleen niet allemaal gebaseerd zijn op de officiële rekenregels. In onderstaand artikel een toelichting op de Beroepskracht Kindratio bij de BSO per 1 juli 2024.

In Nederland zijn de meeste BSO locaties gericht op kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar (of de leeftijd zolang ze gebruik maken van de basisschool). De leeftijdsverdeling en grootte van locatie kunnen van invloed zijn op de BKR berekening.

De gemiddelde of effectieve BKR op een locatie is de uitkomst van het totaal aantal kinderen op de locatie gedeeld door het aantal benodigde medewerkers op de locatie volgens de officiële rekenregel. En dat zal varieren van gemiddeld 1 medewerker op 8 kinderen tot 1 medewerker op 14 kinderen (in uitzonderlijke gevallen).

Waarover wordt de BKR berekend?

De berekening gaat over ALLE kinderen op een BSO locatie (per LRK nummer). Er is geen BKR berekening meer per groep. Worden 2 locaties samengevoegd, dan zal je de BKR moeten berekenen over het totaal aantal kinderen van die 2 locaties.

Voorbeeld: zijn er 14 4-6 jarigen en 16 7+ kinderen (totaal 30), dan zijn er 3 pedagogisch medewerkers nodig. Effectief dus 1 medewerker op 10 kinderen. Deze passen in 1 basisgroep. Hoe de kinderen verdeeld worden is aan de organisatie/locatie. Het is dus niet noodzakelijk deze te splitsen in een groep van 14 4-6 jarigen en van 16 7+ kinderen. 

Wat is de formule voor berekening van de BRK?

Het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen op een kindercentrum wordt bepaald op basis van de formule (A x 0,1) + (B x 0,083), waarbij:

  • A staat voor het aantal kinderen op het kindercentrum in de leeftijd van vier jaar tot en met zes jaar; (dus eigenlijk 1 medewerker op 10 kinderen).
  • B staat voor het aantal kinderen op het kindercentrum in de leeftijd van zeven jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs eindigt; (dus eigenlijk 1 medewerker op 12 kinderen).
  • bij een uitkomst van ,18 of hoger naar boven wordt afgerond, en
  • bij een uitkomst lager dan 0,18 er ten minste een beroepskracht ingezet wordt, indien er kinderen aanwezig zijn op het kindercentrum.

Hoe groot mag de basisgroep zijn?

Elke basisgroep mag maximaal 30 kinderen bevatten. Deze is sinds 1 juli 2024 niet meer gemaximaliseerd op basis van leeftijd. Hierdoor kunnen houders de basisgroepen indelen op basis van de behoeften en ontwikkeling van het kind, wat meer ruimte biedt voor pedagogische overwegingen.

Hoe is de leeftijdsindeling op de locatie?

Sinds 2015  is de verhouding tussen deze 2 leeftijdsgroepen ongeveer 43,5 % van kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 6 jaar en 56,5 % in de leeftijd van 7 jaar en ouder (cijfers CBS). Dus van de 10 kinderen zijn er ongeveer 4 a 5 in de leeftijd van 4-6 jaar en circa 5 a 6 kinderen in de leeftijd van 7+ jaren.  

Als een locatie volledig gericht is op ALLEEN leeftijdscategorie 4 tot en met 6 jaar of ALLEEN 7 jaar en ouder kunnen antwoorden afwijken.  

Kan je rekenen met een vaste factor, bijvoorbeeld 1 medewerker op 11 kinderen?

Nee, er is geen vaste factor die je kunt gebruiken. Het verdubbelen van het aantal medewerkers betekent niet automatisch twee keer zoveel kinderen. Dit komt onder andere doordat je maar één keer een afrondingsverschil van 0,18 kunt toepassen.

Hoewel het als snelle rekenfactor gebruikt kan worden, brengt dit zeker risico’s met zich mee.

Voorbeeld: bij 8 4-6 jarigen en 4 7+ jarigen is er 1 medewerker nodig op 12 kinderen. Verdubbel je dat aantal kinderen naar 16 4-6 jarigen en 8 7+ jarigen dan zijn er 3 medewerkers nodig op 24 kinderen. Dus effectief 1 medewerker op 8 kinderen.

Er is een (gemiddelde) BKR van 1 medewerker op 14 kinderen

Deze kan in theorie wel voorkomen, maar of je dat nu vaak in de praktijk tegen zal komen is de vraag. Dit kan alleen voorkomen onder de volgende voorwaarden:

  • Er zijn op de hele locatie 14 kinderen van 7+

OF

  • Er zijn op de hele locatie 13 kinderen van 7+ en 1 kind 4-6 jaar.

In dat geval is de BKR berekening inderdaad onder de 1,18 en is daarmee een ratio van 1 medewerker op 14 kinderen. Zijn er minimaal 2 kinderen in leeftijd van 4-6 jaar gaat dat dus niet meer op.

Nu zijn er momenteel 380 locaties (van de ongeveer 8.050 locaties) in Nederland die maximaal 14 tot en met 19 kindplaatsen hebben en waar mogelijk structureel ongeveer 14 kinderen aanwezig zijn. Maar dan moeten de leeftijdsverdeling sterk afwijken van het landelijk gemiddelde of dus specifiek een 7+ locatie zijn.

Er is een (gemiddelde) BKR van 1 medewerker op 13 kinderen

Ja, de gemiddelde BKR van 1 op 13 kan mogelijk zijn. Maar dan moet er wel meer dan bovenmatig aantal kinderen van 7+ aanwezig zijn op de gehele locatie, dus meer dan het landelijk gemiddelde. Daarbij moet de locatie niet heel groot zijn.

Er is een (gemiddelde) BKR van 1 medewerker op 12 kinderen

Ja, de gemiddelde BKR van 1 op 12 kan mogelijk zijn. Maar dan moet er wel dan bovenmatig aantal kinderen van 7+ aanwezig zijn op de gehele locatie, dus meer dan landelijk gemiddelde.

Voorbeeld:  bij 2 kinderen 4-6 jaar en 22 kinderen 7+ levert dit een gemiddelde BKR van 1 medewerker op 12 kinderen.

De officiële berekening gebruikt deze verhouding deels in de formule (1 gedeeld door 12 = 0,083).

Er is een (gemiddelde) BKR van 1 medewerker op 11 kinderen

Ja, de gemiddelde BKR van 1 op 11 kinderen zal zeker vaker voorkomen. Bij een gemiddelde BSO locatie (qua grootte en qua leeftijdsverdeling) zal dit waarschijnlijk de meest voorkomende en hoogste BKR zijn die uit de berekeningen kan voorkomen.  

Er is een (gemiddelde) BKR van 1 medewerker op 10 kinderen

Ja, de gemiddelde BKR van 1 medewerker op 10 kinderen zal redelijk vaak voorkomen. Zeker als het aantal kinderen van 4-6 jaar hoger is dan de 7+ kinderen.

De officiële berekening gebruikt deze verhouding deels in de formule (1 gedeeld door 10 = 0,1).

Er is een (gemiddelde) BKR van 1 medewerker op 9 kinderen

Ja, de gemiddelde BKR van 1 medewerker op 9 kinderen zal nog redelijk vaak voorkomen. Zeker als het aantal kinderen van 4-6 jaar hoger is dan de 7+ kinderen en de groep niet volledig bezet is.

Er is een (gemiddelde) BKR van 1 medewerker op 8 kinderen

Ja, de gemiddelde BKR van 1 medewerker op 8 kinderen zal zeker nog voorkomen. Zeker als het aantal kinderen van 4-6 jaar hoger is dan de 7+ kinderen en de groep niet volledig bezet is.

Voorbeeld: bij 16 4-6 jarigen en 8 7+ jarigen zijn er 3 medewerkers nodig op 24 kinderen. Dus effectief 1 medewerker op 8 kinderen.

Berekeningen

Zoals uit bovenstaande blijkt zijn er vele varianten mogelijk, afhankelijk van aantal kinderen op de gehele locatie en de leeftijdsverdeling. Het is dus belangrijk regelmatig de BKR te berekenen.

Het mooiste is natuurlijk als de planningssoftware dit voor de medewerkers berekend. Anders zal je dit bij https://www.1ratio.nl/bkr/#/ moeten uitrekenen. Je kan ook het gratis model van Kinderopvang-Wijzer.nl gebruiken. Let op: dit model is voor het gemak en bekend worden met de berekening, maar vervangt zeker niet de officiële berekening van www.1ratio.nl.

Voorbeeld uitkomst van model: