Taaleis voor de kinderopvang per 1 januari 2025
Vanaf 1 januari 2025 geldt de taaleis IKK (onderdeel van de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang) in de kinderopvang. Dat betekent voor de dagopvang dat pedagogisch medewerkers Nederlands moeten spreken op taalniveau 3F of B2. Voor de bso geldt het taalniveau 2F of B1. Voor de gastouderopvang geldt geen taaleis.
Minimaal niveau 3F of B2 mondelinge taalvaardigheid voor pedagogisch medewerkers
Pedagogisch medewerkers in de kinderdagopvang moeten minimaal niveau 3F of B2 voor mondelinge taalvaardigheid hebben. Meer informatie staat in het referentiekader taal.
De taaleis geldt voor beroepskrachten. Met beroepskrachten worden de pedagogisch medewerkers bedoeld. De pedagogisch medewerker voorschoolse educatie moet dit niveau ook beheersen voor leesvaardigheid. De eis geldt dus niet voor medewerkers in opleiding of stagiairs.
De taaleis geldt niet voor:
- medewerkers die alleen de Friese taal spreken met de kinderen. Als de medewerkers kunnen aantonen dat zij het Fries beheersen op minimaal taalniveau B2 (dagopvang) of B1 (buitenschoolse opvang) hoeven zij niet aan te tonen dat zij aan de taaleis Nederlands voldoen.
- medewerkers die met de kinderen volledig een buitenlandse taal spreken. Bijvoorbeeld bij meertalige kinderopvang. Zij moeten wel een bewijsstuk hebben waaruit blijkt dat zij de Duitse, Engelse of Franse taal beheersen op minimaal taalniveau B2. Zie hiervoor ook ‘meertalige kinderopvang’.
Check of het diploma of bewijsstuk voldoet aan de taaleis.
Ruime invoeringstermijn voor kinderopvangorganisaties
Werknemers die geen diploma of certificaat hebben, mogen vanaf 1 januari 2025 niet meer werken als pedagogisch medewerker. Tenzij zij:
- zijn geboren op of vóór 31 december 1964. Deze medewerkers krijgen ze drie jaar extra de tijd en moeten op 1 januari 2028 aan de taaleis voldoen.
- tussen 1 juli 2024 en 31 december 2024 volledig afwezig zijn geweest, voor een periode van acht weken achter elkaar of langer. Bijvoorbeeld door ziekte, vakantie of ander verlof. Deze medewerkers krijgen zes maanden langer de tijd om aan de taaleis te voldoen.
Lagere taaleis voor medewerkers buitenschoolse opvang
Voor pedagogisch medewerkers in de buitenschoolse opvang is het minimale niveau voor Nederlandse mondeling taalvaardigheden 2F of B1. Medewerkers die een diploma hebben van een opleiding havo of mbo-niveau 2, 3 of 4 voldoen hier al aan.
Meer informatie over de taaleis
- Voor organisaties: KinderopvangWerkt
- Voor pedagogisch medewerkers: vraag het na bij uw werkgever.
- Voor ROC’s en studenten: Kennispunt Taal en Rekenen
- Voor toezichthouders: GGD GHOR
Meer algemene informatie over de taaleis is te krijgen via postbuskinderopvang@minszw.nl. Eens per maand komt er antwoord op de hoofdlijnen uit de vragen. Het ministerie geeft geen antwoord op individuele vragen. Deze antwoorden komen in de Nieuwsbrief Kinderopvang.
In dit document kan je zien of je voldoet aan de taaleis in de kinderopvang.