Standaard CAO Kinderopvang – toch steeds meer afwijkingen
De kinderopvangbranche heeft een standaard cao, de CAO Kinderopvang. Van de bepalingen mag maar beperkt worden afgeweken, toch komt dat steeds vaker voor. Of dat echt wenselijk is, is maar de vraag.
Soorten CAO’s
Er zijn eigenlijk 2 soorten cao’s, de minimum-cao en de standaard-cao.
De minimum-CAO legt de basisafspraken vast die een werkgever minimaal aan een werknemer moet bieden. Deze afspraken vormen de ondergrens en mogen in gunstige zin worden overschreden ten behoeve van de werknemer. Er is enige ruimte om van deze minimum-CAO af te wijken, mits dit maar in het voordeel van de werknemer is.
Daarentegen bevat de standaard-CAO (zoals de cao Kinderopvang) afspraken die als standaard gelden en waarvan niet mag worden afgeweken, ook niet als deze in het voordeel zijn van de medewerker. Deze afspraken zijn bindend voor zowel de werkgever als de werknemer en bieden een uniforme basis voor de arbeidsvoorwaarden. Het doel is om gelijke behandeling en zekerheid te waarborgen binnen de betreffende sector. In dit geval is er geen ruimte voor individuele afspraken of afwijkingen van de cao-bepalingen.
Dit kan verschillende redenen hebben, zoals het streven naar gelijke behandeling en bescherming van werknemers binnen de sector, het voorkomen van concurrentie op arbeidsvoorwaarden tussen werkgevers en het waarborgen van minimumnormen voor arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden.
Standaard cao’s zijn vaak gebruikelijk bij sectoren waar concurrentie op tarieven minder wenselijk is of waar deze gefinancierd wordt met publiek geld. Het zou zeer onwenselijk zijn als bijvoorbeeld in het onderwijs scholen gaan concurreren met beloningen om leerkrachten bij elkaar weg te halen.
Afwijkingen functies en salarissen
Toch mogen er soms afwijkingen zijn. Dat is ook bij de cao Kinderopvang het geval. Onderaan dit artikel staan de uitzonderingen die beschreven zijn in de cao Kinderopvang. Er zijn steeds meer organisaties die ervoor kiezen om toch af te wijken van de cao en dan met name bij de functie-indeling en dus de indelingen bij de salaristredes. Om medewerkers te lokken worden hogere schalen en tredes aangeboden, waarbij de functiematrix deels wordt genegeerd of er eigen functievarianten zijn gemaakt. Onder bepaalde voorwaarden zou dit mogen, maar of iedere organisatie dit voldoende heeft onderbouwd is de vraag.
Ook worden er door medewerkers hogere “eisen” gesteld om in dienst te treden of te blijven.
Ongelijkheid
Een gevolg hiervan is dat er toenmende ongelijkheid ontstaat in de branche.
Een deel van de pedagogisch medewerkers wordt bijvoorbeeld ingedeeld in schaal 7 terwijl dit eigenlijk in schaal 6 moet zijn. Deze komen vaak in hogere tredes en hebben een langere groeimogelijkheden voor wat betreft het salaris. Als medewerkers overstappen naar een organisatie die wel de regels van de standaard-cao volgt zal deze dus al snel minimaal hetzelfde moeten bieden om de medewerker binnen te krijgen. Het drijft dus de salarissen op en zorgt voor ongelijkheid.
Medewerkers die mogelijk onterecht zijn ingedeeld in een hogere schaal of trede krijgen de indruk dat het een recht is, wat weer kan leiden tot geschillen met werkgevers die wel de regels van de CAO volgen.
Financiering
Deze hogere inschalingen moeten natuurlijk ook gefinancierd worden. Dat zal dus terug komen in de uurtarieven van de kinderopvangorganisaties en betaald moeten worden door de ouders. Alhoewel hier geen gegevens van beschikbaar zijn, zullen de uurtarieven van die organisaties met afwijkende inschaling vermoedelijk hoger liggen dan bij andere organisaties. En voor een groep ouders daardoor steeds moeilijker om de kinderopvang te kunnen betalen en dat in een branche die grotendeels gefinancierd wordt met publiek geld.
Versnippering
De kinderopvangbranche is al behoorlijk versnipperd, zo zijn er 3 verschillende brancheorganisaties die actief zijn bij cao:
- Branche Vereniging Ondernemers Kinderopvang (BVOK)
- Brancheorganisatie Kinderopvang (BK)
- Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK)
Ook zijn er drie verschillende vakbonden actief in de kinderopvang.
De kinderopvang wordt tegenwoordig vaak gegroepeerd als “maatschappelijk”, “commercieel” en “private-equity” en claimt de ene brancheorganisatie beter te zijn dan de andere. Afwijken van de cao kinderopvang zal nog verder bijdragen aan de versnipperingen en de tegenstellingen, o.a. tussen kleine en grote organisaties.
Tarieven
Als het beloningssysteem structureel anders moet, om medewerkers binnen de branche te houden en aan te trekken en de verschillen met aantal vergelijkbare sectoren (zoals onderwijs) binnen de perken te houden moet dit dus branchebreed plaats vinden. Om dit betaalbaar te houden voor ouders zou dit ook moeten doorwerken bij de uurtarieven kinderopvangtoeslag. Hiervoor is medewerking noodzakelijk van de Rijksoverheid.
Artikelen cao kinderopvang over het standaard karakter
1.6 van de cao Kinderopvang : Karakter van de cao De cao heeft een standaardkarakter. Dit betekent dat van de bepalingen in de cao noch ten nadele noch ten voordele kan worden afgeweken, tenzij in een bepaling expliciet is opgenomen dat met instemming van de medezeggenschap het mogelijk is om binnen de gestelde kaders afwijkende afspraken te maken.
In artikel 1.7 van de cao Kinderopvang staat de uitzonderingen beschreven : Maatwerk op ondernemingsniveau
In een aantal cao-bepalingen staat dat de werkgever op ondernemingsniveau maatwerkafspraken kan maken of moet maken met instemming van de medezeggenschap.
Het gaat om de volgende bepalingen:
- Ontheffing cao (artikel 1.5)
- Niet-groepsgebonden werk (artikel 2.1 lid 4)
- Locaties voor oproepkrachten (artikel 3.5)
- Inclusief personeelsbeleid (artikel 4.1 lid 2.a)
- Gedragscode (artikel 4.1 lid 2.b)
- Arbeidsomstandighedenbeleid (artikel 4.1 lid 2.c)
- Plan voor een werkdrukmeting (artikel 4.1 lid 2.d)
- Vaststellen van het basisrooster (artikel 4.2 lid 1)
- Beperking individueel recht op uitbreiding arbeidsovereenkomst (artikel 4.2 lid 10)
- Manier van invoering van jaarurensystematiek (artikel 4.6 lid 2)
- Toepassing van de arbeidstijdenwet (artikel 4.7)
- Gratificatie (artikel 5.8)
- Vergoeding reiskosten woon-werkverkeer (artikel 6.5)
- Vergoeding voor dienstreizen (artikel 6.6)
- Vergoeding voor verhuiskosten (artikel 6.7)
- Vergoeding voor mobiele apparatuur (artikel 6.8)
- Vergoeding voor thuiswerk en telewerk (artikel 6.9)
- Handreiking rouw (artikel 7.10)
- Beleid voor opleiding, scholing en loopbaan (artikel 8.1)
- Beoordeling (artikel 8.3 lid 2)
- Samenstelling van het bestuur van de onderneming (artikel 9.3)
- Bij een reorganisatie (artikel 9.5)
- Bij een fusie (artikel 9.6)
- Actueel houden van de functiebeschrijvingen (bijlage 1 lid 3)
Reiskosten
Een van de meest voorkomende afwijkingen is vaak de reiskostenregeling. Een organisatie kan een afwijkende reiskostenregeling instellen, in samenspraak met de OR of PVT (personeelsvertegenwoordiging). Is er niet een afwijkende regeling afgesloten dan is de basisregeling uit de cao geldend.
De gegegevens in dit artikel zijn voor het laatst bijgewerkt en gecontroleerd op 18 oktober 2024