Stand van zaken Dienst Toeslagen – versie april
Ten behoeve van het commissiedebat Toeslagen van 17 april 2024 heeft de staatssecretaris van Financiën – Toeslagen & Douane Aukje de Vries de Tweede Kamer een update van de Stand van zaken Dienst Toeslagen gegeven zoals die eerder op 15 januari 2024 aan de Kamer is verzonden.1
Er zijn in de afgelopen periode verschillende initiatieven ontplooid om binnen de mogelijkheden en beperkingen van het huidige toeslagenstelsel concrete verbeteringen door te voeren. Zo zijn door het kabinet verschillende belangrijke stappen gezet om het huidig stelsel te vereenvoudigen en verbeteren. Het kabinet heeft een aanzet gedaan om de financiering van de kinderopvang te hervormen, en de huurtoeslag te vereenvoudigen. Ook is de kinderopvangtoeslag eenvoudiger gemaakt door het vervallen van de koppeling met gewerkte uren, is een oplossing gevonden voor het verlies van toeslagen als familieleden gaan samenwonen, bijvoorbeeld om mantelzorg te verlenen, en als mensen hun huis moeten ontvluchten vanwege huiselijk geweld.
Dienst Toeslagen heeft vervolgens belangrijke stappen gezet om burgers beter te informeren en het makkelijker te maken om wijzigingen door te voeren die van belang zijn voor hun recht op toeslag. Voor kwetsbare groepen wordt sinds enkele jaren meer en meer ingezet op vroegsignalering. Op basis van gegevens van derden, zoals actuele inkomensgegevens, de kinderopvanglasten en gegevens over de ‘doelgroepstatus’ voor de kinderopvangtoeslag, worden burgers gedurende het jaar geattendeerd wanneer deze gegevens niet overeenkomen met de gegevens uit de aanvraag zoals doorgegeven door burgers.
Verderop in deze brief wordt ingegaan op het onderzoek naar het gebruik van toeslagen in de Fiscale Monitor. Dit onderzoek bevestigt de in gang gezette verbeteringen in de uitvoering en dienstverlening en ook de noodzaak om daarmee verder te gaan. Uitgangspunt daarbij is dat burgers weten waar ze aan toe zijn, ze goed en snel worden geholpen en onverwachte terugvorderingen zoveel mogelijk worden beperkt. De belangrijkste recente ontwikkeling is de ontwikkeling van de nieuwe app Toeslagen, die inzicht biedt in alle toeslagen en het mogelijk maakt snel en laagdrempelig wijzigingen door te voeren. Sinds 28 februari 2024 is deze beschikbaar in de app stores. De app is een uitbreiding op de Kinderopvangtoeslag-app. Op 14 maart 2024 is de publiekscampagne over de app gestart; sindsdien is het aantal downloads exponentieel gestegen. De nieuwe app is inmiddels meer dan 100.000 keer geïnstalleerd en wordt goed gewaardeerd.2 Daarnaast investeert Dienst Toeslagen in laagdrempelig persoonlijk contact. Zo biedt zij persoonlijke ondersteuning via extra servicepunten bij bibliotheken op basis van een samenwerkingsconvenant met de Koninklijke Bibliotheek. Ook kunnen burgers die persoonlijke ondersteuning nodig hebben terecht bij het Stella team.
De tevredenheidscijfers laten ruimte voor verdere verbeteringen in de dienstverlening. Richting de toekomst blijft Dienst Toeslagen inzetten op verdere verbeteringen. In de Stand van de uitvoering 2023 van Dienst Toeslagen wordt bijvoorbeeld beschreven dat Dienst Toeslagen is gestart met het programma ‘Werken in de actualiteit’. Dit betekent dat Dienst Toeslagen gedurende de periode waarin de maandelijkse voorschotten worden uitbetaald zich meer inspant om te bewaken dat het voorschot in lijn blijft met de actuele grondslagen om zo (hoge) terugvorderingen te voorkomen. Daarvoor wordt bijvoorbeeld ingezet op het realiseren van verbeteringen in de gegevenspositie, waarmee bestaande initiatieven, zoals het attenderen van burgers, kunnen worden geoptimaliseerd. Aanvullend wordt er gezocht naar andere initiatieven die eraan kunnen bijdragen om hoge terugvorderingen te voorkomen.
Pilots ‘muteren’ op inkomens- en opvanggegevens
De Dienst Toeslagen spant zich in om terugvorderingen zo veel mogelijk te voorkomen. Tegelijkertijd zijn er nog steeds terugvorderingen als gevolg van afwijkingen in de afgenomen opvanguren. De Dienst Toeslagen wil dit verder terugdringen. Sinds 2022 zijn kinderopvangorganisaties (KOO’s) verplicht maandelijks gegevens te leveren aan Dienst Toeslagen om terugvorderingen als gevolg van foutieve informatie in de aanvraag zo veel mogelijk te voorkomen. Ten tijde van invoering van deze maatregel hebben Kamerleden zorgen geuit over de kwaliteit en het gebruik van deze gegevens. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Overige Fiscale maatregelen 2022 is aangegeven dat aanvragen niet door Dienst Toeslagen zonder tussenkomst van burgers worden gewijzigd op basis van deze leveringen.3 Dienst Toeslagen zou door aanvraaggegevens aan te passen kunnen voorkomen dat er langdurig onterecht toeslagen worden uitgekeerd en er hoge terugvorderingen ontstaan. Op dit moment worden burgers geattendeerd op een geconstateerde afwijking in inkomens- of opvanggegevens met het verzoek de aanvraag te wijzigen. In een aanzienlijk deel van de gevallen leiden deze attenderingen niet tot het gewenste effect. In 2023 heeft na een attendering op basis van een afwijking in het aantal opvanguren ca. 64% van de burgers zijn aanvraag niet aangepast, bij de attendering op basis van een afwijking in het inkomen past ca. 75% zijn aanvraag niet aan. Dit creëert een dilemma: Dienst Toeslagen ziet naar beste inschatting een toekomstige (hoge) terugvordering ontstaan, maar het lukt voor een groot deel niet om de burger te bewegen de gegevens zelf aan te passen. Samen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is een plan ontwikkelt om op basis van de maandelijkse gegevensleveringen van KOO’s te onderzoeken in hoeverre het ambtshalve wijzigen van aanvragen kan bijdragen aan het terugdringen van terugvorderingen. Hiervoor is geen wetswijziging noodzakelijk.4 Daarom is het voornemen om pilots uit te voeren in 2024, waarbij aanvragen van burgers onder waarborgen worden aangepast (‘gemuteerd’) op basis van actuele opvang- en inkomensgegevens. Vanzelfsprekend wordt dit met de grootste zorgvuldigheid ingericht. Er worden verschillende processtappen en waarborgen ingebouwd voordat Dienst Toeslagen overgaat tot het aanpassen van een voorschot, waarbij de burger op ieder moment deze aanpassing kan voorkomen of terugdraaien. Gezien het belang van dit initiatief en de eerdergenoemde toezegging in de memorie van toelichting wordt uw Kamer in dit proces zo goed mogelijk meegenomen. Planning is om in mei 2024 de processen voor muteren in gang te zetten. Tot die tijd heeft uw Kamer dus de mogelijkheid zich over deze voorstellen uit te spreken.
Er zijn verschillende processtappen en waarborgen ingebouwd, waarbij de burger op ieder moment de actie van Dienst Toeslagen kan voorkomen of ongedaan kan maken. De basis voor het aanpassinspannen van de grondslagen zijn inkomens- en opvanggegevens die aan een kwaliteitscontrole worden onderworpen. Enkel de gegevens met het hoogste betrouwbaarheidsniveau worden gebruikt om over te gaan tot een ambtshalve wijziging, wanneer burgers op een attendering niet reageren. Daarbij is het doel om hoge terugvorderingen te voorkomen en worden voorschotten dus enkel naar beneden bijgesteld. Dit initiatief voorkomt dat burgers bij het definitief toekennen van hun toeslag een (groot) bedrag moeten terugbetalen. Op basis van opvanguren wordt een burger eerst gewezen op de geconstateerde afwijking in het aantal opvanguren tussen de aanvraag en de gegevens van de KOO, met het verzoek de aanvraag te wijzigen (attendering). Vervolgens wordt bij het uitblijven van een reactie een herinnering gestuurd, met de aankondiging van het voornemen om te muteren. Bij wijzigingen op basis van inkomensgegevens wordt gekeken naar de realisatie van het jaar ervoor. Enkel wanneer een burger in het jaar ervoor ook is geattendeerd op een afwijking, hierop een reactie van de burger is uitgebleven en er een terugvordering is ontstaan, komt deze in aanmerking voor de pilot. In dit geval wordt bij de eerste attendering direct het voornemen tot muteren gecommuniceerd, omdat het jaar ervoor reeds is gebleken dat de kans vergroot is dat de burger niet op een attendering reageert. De burger heeft na bevestiging van mutatie nog circa twee weken om alsnog de aanvraag te wijzigen of aan te geven niet akkoord te gaan met de voorgestelde wijziging van Dienst Toeslagen zodat het voorschot niet verandert. Ook daarna kan de burger alsnog de gegevens wijzigen en wordt dit in een volgend voorschot verwerkt. Zo behoudt de burger zelf de regie, maar kunnen ook burgers worden beschermd tegen een hoge terugvordering.
Uiteraard kunnen met dergelijke initiatieven in de dienstverlening risico’s op fouten ondanks alle waarborgen niet volledig worden uitgesloten. Daarom is het van belang dat de pilots zorgvuldig worden geëvalueerd. In de planning is opgenomen dat er einde jaar een eerste evaluatie zal worden uitgevoerd waarbij de gevolgen en ervaringen van burgers centraal staan. Over de resultaten van de pilots en de evaluatie wordt uw Kamer geïnformeerd in een volgende Stand van zakenbrief Dienst Toeslagen.
Onderzoek ervaringen burgers met toeslagen
Dienst Toeslagen zet in op het verbeteren van haar uitvoering en dienstverlening voor burgers. Daarvoor onderzoekt Dienst Toeslagen doorlopend hoe burgers haar functioneren beoordelen en ervaren. Dat wordt onder andere gedaan via een meting in de ‘Fiscale Monitor’ waar ervaringen van zowel burgers als intermediairs met de Dienst Toeslagen worden onderzocht. Kort samengevat; toeslaggerechtigden en maatschappelijke intermediairs geven de Dienst Toeslagen gemiddeld een 6,3 (op een schaal van 10) als algemeen rapportcijfer. Dat is vergelijkbaar met voorgaande jaren. U treft de onderzoeksresultaten van de meting 2023 als bijlage aan.
Toeslagen van gasthuishoudens die Oekraïense ontheemden opvangen
Door de oorlog in Oekraïne zijn miljoenen mensen Oekraïne ontvlucht. Verreweg de meesten worden opgevangen in de omringende landen, maar een deel van de ontheemden reist door binnen Europa, onder meer naar Nederland. De Nederlandse overheid heeft een dringend beroep gedaan op huishoudens om Oekraïense ontheemden op te vangen, mede door een groot gebrek aan opvangplaatsen. Het kabinet wilde niet dat het opvangen van ontheemde Oekraïners ten koste zou gaan van eventuele toeslagen die deze gasthuishoudens ontvangen. Daarom is bij Belastingplan 2023 geregeld dat Oekraïense ontheemden die onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) vallen en die in gasthuishoudens verblijven uitgezonderd worden van het toeslagpartnerbegrip en tevens niet worden aangemerkt als medebewoner voor de huurtoeslag. De IND heeft inmiddels bij een deel van de ontheemden die zich bij de IND hebben gemeld alsnog vastgesteld dat zij niet onder de RTB vallen. Voor deze mensen geldt bijvoorbeeld dat niet vastgesteld kon worden of zij aan de voorwaarden voor tijdelijke bescherming voldoen of dat juist wel vastgesteld kon worden dat zij niet aan de voorwaarden voldeden. Dat laatste kan bijvoorbeeld het geval zijn als een ontheemde niet in Oekraïne verbleef tijdens de Russische inval. De IND doet doorlopend onderzoek, daarom kan dit in de loop van 2024 voor meer ontheemden gaan spelen. Dienst Toeslagen heeft tot nu toe geconstateerd dat deze ontheemden inwonen bij enkele tientallen gasthuishoudens. Naar de letter van de wet zou het wijzigen van de verblijfstitel van een opgevangen Oekraïner moeten leiden tot negatieve gevolgen voor de toeslagen die het gasthuishouden ontvangt. Het is echter zeer onwaarschijnlijk dat de gasthuishoudens die Oekraïense ontheemden hebben opgevangen op de hoogte hadden kunnen zijn van het feit dat de bij hen verblijvende Oekraïner toch niet onder de RTB valt. Het met terugwerkende kracht toepassen van de gewijzigde verblijfstitel van de genoemde groep Oekraïners zal daarom niet leiden tot het terugvorderen van de reeds aan gasthuishoudens uitbetaalde toeslagen door Dienst Toeslagen op basis van het hierdoor ontstane partnerschap. Daarnaast zal Dienst Toeslagen de gasthuishoudens steeds een brief sturen waarin de wijziging bekend wordt gemaakt, omdat de Oekraïner toeslagpartner wordt. Vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid en gewekt vertrouwen door de overheid wordt in de brief aangegeven dat mogelijke effecten op hun toeslagen pas na een overgangstermijn van 3 maanden na ontvangst van de brief zullen ingaan.
Implementatie van de Handhavingsstrategie en externe signalen
Op 31 mei 2023 heeft uw Kamer de nieuwe handhavingsstrategie van Dienst Toeslagen ontvangen.5 Deze strategie is leidend voor de uitwerking van en de inzet op handhaving van de toeslagen. In 2023 ontvingen 5,9 miljoen huishoudens een of meerdere toeslagen met een totale waarde van ongeveer 19 miljard euro. Om ervoor te zorgen dat iedereen die een beroep doet op toeslagen krijgt waar hij of zij recht op heeft, is handhaving een belangrijk proces vanaf het voorkomen van fouten en dienstverlening tot aan het (intensief) toezicht.
Bij de ontwikkeling van een strategie op het gebied van handhaving is het belangrijk om stil te staan bij en te leren van de fouten die gemaakt zijn ten tijde van de Toeslagenaffaire. De uitkomsten van de rapporten van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag en de Parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening onderstrepen dit belang. In 2020 is het intensief toezicht proces stilgezet omdat de waarborgen en zorgvuldigheid waarmee het intensief toezicht werd uitgevoerd onvoldoende waren. Daarnaast is de afgelopen jaren de manier waarop invulling wordt gegeven aan de brede handhaving door Dienst Toeslagen herijkt. Met als basis een stevig fundament in de dienstverlening om fouten te voorkomen en met bouwstenen die uitgaan van transparantie en vertrouwen in de burger. Daarbij mag het vermogen om adequaat en zorgvuldig op te treden als opzettelijk misbruik wordt gemaakt niet verloren gaan. Belastingbetalers mogen erop vertrouwen dat met handhaving ook wordt tegengegaan dat toeslagen worden uitgekeerd aan burgers die daar geen recht (meer) op hebben. Met de handhavingsstrategie is een meerjarig fundament gelegd voor de langetermijnvisie en aanpak voor de handhaving.
Het afgelopen jaar is de strategie op verschillende punten uitgewerkt en geïmplementeerd. Het gaat onder andere om verbeteringen die zijn doorgevoerd ten aanzien van de gegevenslevering door de Kinderopvangorganisaties. Daarvoor zal ook het boetebesluit worden aangepast zodat boetes kunnen worden opgelegd wanneer niet aan de verplichte levering wordt voldaan. Voor een gedegen handhaving is het belangrijk om te kunnen beschikken over actuele en betrouwbare gegevens. Hierbij zijn ook de externe samenwerkingsverbanden van groot belang, zoals de gezamenlijke inzet binnen de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) om de kwaliteit van de Basisregistratie Personen (BRP) te verbeteren. Een ander voorbeeld is de doorontwikkeling van het selectiemodel ‘Indicatie Gericht Behandelen voor de Huurtoeslag’ (IGB-huur) waaraan al meerdere jaren wordt gewerkt. Op korte termijn start hiervoor een tweede pilot, waarmee de effectiviteit van het model wordt getoetst. Ook wordt daarmee data verzameld om de ontwikkeling van de IAMA (Impact Assessment voor Mensenrechten bij de inzet van Algoritmes) en DPIA (Data Protection Impact Assessment) definitief te kunnen afronden. De uitkomsten moeten ook duidelijk maken welke aanpassingen van het model nodig zijn voordat het als regulier handhavingsinstrument kan worden ingezet. Zoals toegezegd in de brief van 8 december 2021 zal uw Kamer worden geïnformeerd over het moment waarop het model definitief in gebruik wordt genomen en over de overwegingen die daarbij zijn gemaakt.6
In de Stand van zakenbrief van 15 januari 2024 is uw Kamer ook geïnformeerd over de voortgang van de opstart van het vernieuwde intensief toezicht (ITO) proces. De Handhavingsstrategie heeft de waarborgen en voorwaarden geschetst waaronder het intensief toezicht, dat zoals hierboven beschreven sinds 2020 stilligt, opnieuw kan worden ingericht. Afgelopen december zijn de eerste twee deelprocessen (de signalenregistratie en het rechtmatigheidsonderzoek) weer opgestart. Zoals in de brief van 15 januari 2024 aan uw Kamer gemeld, zullen de laatste twee deelprocessen (de verwijtbaarheidsbeoordeling en het sanctioneren) eind 2024 met voldoende waarborgen omkleed zijn om ook geïmplementeerd te worden. Het komende jaar moet ook in kaart gebracht worden wat nodig is om de behandeling van meervoudige signalen (ofwel signalen in samenhang) op te starten. Dit proces vraagt om een meer gecompliceerde inrichting, dit jaar zal in kaart worden gebracht wat nodig is om ook dit proces zo snel mogelijk op te kunnen starten.
Het was duidelijk dat het stilleggen van het ITO proces ook risico’s met zich meebracht omdat Dienst Toeslagen afgezien van het uitoefenen van regulier toezicht niet tot nauwelijks kon acteren op signalen van mogelijk misbruik of oneigenlijk gebruik.
De afgelopen periode heeft Dienst Toeslagen van externe partijen meerdere signalen ontvangen over mogelijk misbruik van toeslagen in georganiseerd verband. De signalen duiden op een mogelijk breder fenomeen, waarbij sprake is van een onjuiste inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP), misbruik van DigiD’s en van adres- of identiteitsfraude die doorwerkt in misbruik met toeslagen. Het betreft diverse signalen vanuit meerdere (externe) partijen waarbij meerdere burgers zijn betrokken. Veelal gaat het hier om mensen uit het buitenland, specifiek vanuit Bulgarije. Eén van de signalen is afkomstig van Logius. Dit signaal heeft betrekking op inloggen met meerdere DigiD’s vanaf bepaalde IP-adressen. Hier zijn bijna 2.000 unieke BSN’s bij betrokken. De meeste vanuit het Logius-signaal gemelde signalen waren in het reguliere toezichtproces van Dienst Toeslagen al gesignaleerd. Deze toeslagen zijn na een rechtmatigheidsonderzoek gestopt, echter een deel van het voorschot is al wel verstrekt. Een deel van de signalen is overgedragen aan de FIOD en wordt nu strafrechtelijk onderzocht. Er zijn ook twee signalen vanuit gemeenten ontvangen die gaan over onjuiste inschrijvingen in de BRP en vermoedelijk valse huurcontracten. Tenslotte is er nog een aantal losse signalen ontvangen over het gebruik van tussenpersonen of het delen van stappenplannen op sociale media over manieren om ten onrechte toeslagen aan te vragen, terwijl men niet in Nederland woonachtig is.
Alle individuele mogelijk foutieve aanvragen die op dit moment bekend zijn worden, ook als ze onderdeel zijn van een meervoudig signaal, in het intensief toezicht (ITO) proces onderworpen aan een rechtmatigheidstoets, waarna een eventuele onrechtmatig uitbetaalde toeslag teruggevorderd kan worden. De meervoudige signalen kunnen op dit moment niet door Dienst Toeslagen opgepakt worden omdat de aanpak van meervoudige signalen nog niet is ingeregeld. Deze signalen worden, als ze voldoen aan het genoemde AAFD-protocol, wel overgedragen aan de FIOD, zoals ook met het Logius-signaal is gebeurd.7
Dergelijke fenomenen en de aanpak daarvan moeten bezien worden in het bredere kader van de handhavingsstrategie van Dienst Toeslagen. Het verbeteren van de informatiepositie van Dienst Toeslagen, door de gegevenslevering van de kinderopvangorganisaties en het verhogen van de adreskwaliteit, is van essentieel belang om dergelijke fenomenen beter te kunnen herkennen en ook ondervangen. Het is goed om realistisch te zijn over het feit dat zolang de meerjarige handhavingsstrategie nog niet volledig is geïmplementeerd, dit voorlopig nog een rem betekent op een deel van het (intensief) toezicht. Bovendien kan niet op alle signalen geacteerd worden als gevolg van juridische beperkingen met betrekking tot het delen van persoonsgegevens en het onderzoeken daarvan. Over de wensen en mogelijkheden hieromtrent ga ik graag ik graag nader met uw Kamer in gesprek. Zo moet de gegevensdeling met externe samenwerkingsverbanden beter juridisch verankerd worden zodat Dienst Toeslagen actief kan deelnemen en bevoegdheden heeft om dergelijke fenomenen te delen zodat deze multidisciplinair aangepakt kunnen worden. Op dit gebied lopen twee wetgevingstrajecten (WGBTD8 en WGS9) die in de toekomst een duidelijker kader moeten bieden voor het verwerken van gegevens.
De huidige mogelijkheden om preventief te handhaven zijn voor Dienst Toeslagen vooralsnog beperkt. Dit is inherent aan de voorschotsystematiek van het huidige toeslagenstelsel waarbij de toeslagen een maand van tevoren worden uitgekeerd en pas later worden getoetst op rechtmatigheid. Het is voor snelle en correcte vaststelling cruciaal dat de kwaliteit en de betrouwbaarheid van gegevens van hoog niveau is. Zoals eerder beschreven is het in deze brief beschreven type misbruik met toeslagen mogelijk door onjuiste inschrijving in de BRP, misbruik van DigiD’s en van adres- of identiteitsfraude. Ik zal daarom met de betrokken bewindspersonen bij dit onderwerp in gesprek gaan om te kijken hoe we dit meer gezamenlijk kunnen oppakken.
De beperkte inzet op preventieve handhaving komt ook voort uit het gebrek aan effectieve risicogerichte detectie- en selectiemiddelen bij Dienst Toeslagen. Bij de huurtoeslag wordt bijvoorbeeld op dit moment (nog) geen gebruik gemaakt van een risicogericht selectiemodel.Daarnaast zit bij de aanpak van fraude ook veel angst om opnieuw fouten te maken. Door veel medewerkers wordt een gevoel van wantrouwen vanuit de buitenwereld ervaren. Dienst Toeslagen heeft zich daarnaast te houden aan duidelijke normen bij het inrichten van handhaving, zoals de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de privacy-wetgeving. Het inregelen van waarborgen en het betrachten van zorgvuldigheid hebben, hoezeer ook wenselijk en noodzakelijk, ook consequenties voor de effectiviteit van het toezicht. Dat neemt niet weg dat het de verwachting is dat de verdere implementatie van de Handhavingsstrategie de effectiviteit gaat vergroten. Zo wordt ook voorzien in een evaluatie en verdere versterking van de samenwerkingsverbanden. De introductie van de IGB-huur vergroot de toekenningszekerheid van de toeslagbetrokkenen en verkleint de kans op onrechtmatige toekenningen. Op de lange termijn is het mogelijk ook wenselijk om een dergelijk IGB-model voor de kinderopvangtoeslag te ontwikkelen. Voor de andere twee toeslagen is de beschikbare contra-informatie van afdoende kwaliteit, waardoor momenteel minder behoefte is aan een risicogericht selectiemodel.
Het is belangrijk om bij bovengenoemde signalen niet opnieuw de mens en de menselijke maat uit het oog te verliezen. De conclusies uit het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening benadrukken dit. In de ontvangen signalen zitten mogelijk ook slachtoffers wiens gegevens misbruikt zijn of benadeeld zijn door tussenpersonen, zij mogen hiervan niet de dupe worden. Binnen Dienst Toeslagen kunnen de Stella-teams hierbij ondersteuning bieden. Tegelijkertijd mogen belastingbetalers erop vertrouwen dat de Dienst Toeslagen misbruik effectief aanpakt en daar ook de mogelijkheden voor heeft. Dit is zoeken naar een redelijk midden.
In de brief Stand van zaken Dienst Toeslagen van 15 januari 2024 is gemeld dat vanwege een ontwerpfout er burgers met een EER-nationaliteit zijn die op basis van hun verblijfsstatus ten onrechte toeslagen hebben ontvangen. Concreet betekende dit dat een EER burger (mits aan de overige toekenningsvoorwaarden werd voldaan) toeslagen ontving, terwijl op basis van de verblijfscode van de IND daar geen recht op bestond. Het Toeslagen Verstrekkingen Systeem (TVS) paste de verblijfscode dus niet correct toe. De vormgeving van het herstel van deze damage was toen nog niet duidelijk, dat is de afgelopen periode uitgewerkt. Tevens heeft er, in samenwerking met de IND, een verfijning plaatsgevonden van de populatie. Er worden twee groepen onderscheiden waarvoor in april 2024 correcties zullen worden doorgevoerd. Ongeveer 800 burgers ontvangen op dit moment toeslag of hebben in 2024 toeslag ontvangen terwijl zij daar op basis van de verblijfsstatus geen recht op hebben. Voor deze groep burgers geldt dat de toeslag zal worden stopgezet. Onterecht ontvangen toeslagen over 2024 zullen worden teruggevorderd. Burgers ontvangen hierover medio april een brief met uitleg. Ongeveer 100 burgers hebben de afgelopen jaren toeslagen ontvangen terwijl zij daar geen recht op hadden omdat de IND het verblijfsrecht heeft ingetrokken. Omdat deze burgers hadden kunnen weten dat ze dan ook geen recht op toeslagen hebben zullen deze worden teruggevorderd tot maximaal 5 jaar terug (2019).
Naast bovenstaande damage is recent een andere damage geconstateerd waarover ik u graag informeer. Door een handmatige fout in de verwerking hebben 27 personen, op 1 maart 2024, geld ontvangen (over toeslagjaar 2023) terwijl zij daar geen recht op hebben. In totaal gaat het om een bedrag van circa € 215.000,- dat onterecht is uitgekeerd. Het betreft de toeslagregelingen huur, zorg en kinderopvangtoeslag. Hierbij zijn twee subgroepen te onderscheiden: 1) Zorg- en huurtoeslagontvangers (16); 2) KOT-ontvangers (11). Voor de eerste groep geldt dat het merendeel van deze mensen wel recht op toeslag had, maar minder hoog dan het voorschot dat is uitgekeerd. De uitkering was namelijk gebaseerd op gegevens van een jaar eerder. Het gaat hierbij om een bedrag van € 25.000 en betrof voornamelijk seizoensarbeiders. Voor de tweede groep geldt dat er überhaupt geen recht op toeslagen was. Binnen die tweede groep gaat het om 11 personen die kinderopvangtoeslag (KOT) hebben ontvangen waarbij reeds was vastgesteld dat er geen recht is. Het gaat hierbij om een bedrag van circa € 190.000,- dat onterecht is uitbetaald. Zij deden de aanvraag met terugwerkende kracht voor een omvangrijk bedrag waarbij er een groot verschil was tussen de aanvraag en de contra-informatie en maakten daardoor onderdeel uit van een populatie die geselecteerd is voor toezicht. Dat betekent dat er een reden is geweest voor handmatige behandeling. Na deze handmatige behandeling is vastgesteld dat zij geen recht hadden op toeslag. Door de genoemde handmatige fout is echter toch een bedrag uitgekeerd.
Omdat deze personen geen beschikking hebben ontvangen heeft de Dienst Toeslagen geen bestuursrechtelijke grondslag voor terugvordering op basis van de Awir. Dit betekent dat het civiele recht van toepassing is. De inzet is dit geld terug te halen, daarom zal de civielrechtelijke procedure worden doorlopen. De mogelijkheid bestaat dat dit geld niet meer is terug te halen, bijvoorbeeld bij mensen die in het buitenland verblijven omdat die lastiger te lokaliseren en te contacteren zijn.
Over eventuele damages zal uw Kamer in principe halfjaarlijks via de Stand van zakenbrieven Dienst Toeslagen geïnformeerd worden.
Ten slotte
In de planningsbrief van 12 februari 2024 is opgenomen dat uw Kamer in juni 2024 een update van de Stand van de uitvoering 2023 zou worden toegestuurd.10 Aangezien uw Kamer de Stand van de uitvoering recent heeft ontvangen11 zal de Dienst Toeslagen geen update uitbrengen in juni 2024, dit wordt samengevoegd met de Stand van de uitvoering 2024 die in 2025 aan uw Kamer wordt aangeboden. In juni 2024 zal uw Kamer een nieuwe Stand van zakenbrief Dienst Toeslagen ontvangen.
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Financiën – Toeslagen & Douane
Aukje de Vries
1 Kamerstukken II, 2023/24, 31066, nr. 1330.
2 80% van de burgers die een review achter heeft gelaten in de app was tevreden of zeer tevreden. De gemiddelde beoordeling in de app stores is als volgt: Android: 4,5 / 5 sterren, Apple: 4,7 / 5 sterren.
3 Kamerstukken II, 2021/22, 35928, nr.3.
4 Artikel 16 lid 5 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) biedt de grondslag om op basis van inkomensgegevens voorschotten te wijzigen. Artikel 38 van de Awir voorziet hierin met betrekking tot de maandelijkse opvanggegevens van KOO’s.
5 Kamerstukken II, 2022/23, 31066, nr. 1233.
6 Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 938.
7 Protocol aanmelding en afdoening van fiscale delicten en delicten op het gebied van douane en toeslagen.
8Wet waarborgen gegevensverwerking Belastingdienst, Toeslagen en Douane: de WGBTD heeft onder andere als doel het verstevigen van de wettelijke grondslagen, het voorzien in aanvullende waarborgen naast de AVG en het vergroten van de transparantie voor de gegevensverwerking van de Belastingdienst, Dienst Toeslagen en de Douane.
9Wet Gegevensverwerking Samenwerkingsverbanden (WGS): de WGS biedt een juridische basis voor de verwerking van persoonsgegevens door samenwerkingsverbanden.
10 Kamerstukken II, 2023/24, 36410-IX, nr. 40.
11 Kamerstukken II, 2023/24, 31066, nr. 1342.