Op 14 juni 2024 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,C.E.G. van Gennip het ontwerpbesluit aan de Tweede Kamer aangeboden, o.a. voor de verhoging van de kwaliteit in de gastouderopvang.

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kwaliteit kinderopvang in verband met het verhogen van de kwaliteit van de gastouderopvang, tot wijziging van het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang in verband met het afschermen van het woonadres van vraagouders in het landelijk register kinderopvang en tot intrekking van het Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting.

Mogelijk kan het ontwerpbesluit betrokken worden bij de behandeling van de wijziging van de Wet kinderopvang in verband met verbetermaatregelen van de gastouderopvang.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure bedoeld in artikel 3.4 van de Wet kinderopvang en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Gelijktijdig met deze brief en het ontwerpbesluit ontvangt u de uitvoeringstoetsen van GGD GHOR Nederland, VNG, DUO en Inspectie van het Onderwijs op het ontwerpbesluit.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Download hieronder het Ontwerpbesluit

Dit wijzigingsbesluit wijzigt het Besluit kwaliteit kinderopvang en het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang (hierna: Besluit registers). Hiermee worden aanvullende voorwaarden voor gastouderopvang geregeld. Het geeft uitwerking aan de Wet van XXXX 2024 tot wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het bieden van een betere waarborging van de kwaliteit en een kwaliteitsverhoging van de gastouderopvang (Stb. 2024, XXX), hierna: de wetswijziging. De nota van toelichting behorende tot dit wijzigingsbesluit is aanvullend op de memorie van toelichting van bovengenoemde wetsvoorstel.

Daarnaast wordt met dit wijzigingsbesluit een wijziging in de structuur van de regelgeving voor gastouderopvang voorgesteld. De kwaliteitseisen voor gastouderopvang liggen op dit moment grotendeels vast op het niveau van ministeriële regeling. Om de structuur van de regelgeving voor dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang te harmoniseren, worden de kwaliteitseisen voor de gastouderopvang met dit wijzigingsbesluit ook opgenomen in het Besluit kwaliteit kinderopvang. Het Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang komt hiermee te vervallen. Het bijeenbrengen van de kwaliteitseisen voor alle vormen van kinderopvang in hetzelfde besluit maakt de regelgeving overzichtelijker.

Een aantal kwaliteitseisen wordt nader uitgewerkt worden bij ministeriële regeling, net als voor de dagopvang en buitenschoolse opvang het geval is. Daarbij zullen de Regeling wet kinderopvang en de Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang worden gewijzigd en geharmoniseerd.

Met de wijziging in het Besluit registers wordt geregeld dat de adresgegevens van de vraagouders uit het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) worden afgeschermd in het geval de gastouderopvang bij de vraagouder thuis plaatsvindt.

Verantwoorde kinderopvang

De Wet kinderopvang heeft twee doelen: bijdragen aan arbeidsparticipatie van ouders en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. Een voorwaarde voor het bereiken van deze doelen is dat er sprake is van verantwoorde kinderopvang1. Dat wil zeggen dat de kinderopvang wordt aangeboden in een veilige en gezonde omgeving en dat de pedagogische kwaliteit in orde is. Pedagogische kwaliteit in de kinderopvang is uitgewerkt in vier pedagogische basisdoelen (deze worden nader toegelicht in paragraaf 2.2 van deze nota van toelichting). De voorwaarde van verantwoorde kinderopvang en de vier pedagogische basisdoelen gelden voor alle opvangsoorten (dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang).

De nadere uitwerking van verantwoorde kinderopvang in concrete kwaliteitseisen verschilt wel per opvangsoort. In 2018 zijn de kwaliteitseisen voor dagopvang en buitenschoolse opvang aangepast en uitgebreid met de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (Wet IKK)2. De wetswijziging en dit wijzigingsbesluit maken een vergelijkbare kwaliteitsstap voor de gastouderopvang. De bestaande kwaliteitseisen voor kindercentra (deels afkomstig uit de Wet IKK) hebben daarvoor als inspiratie gediend. Tegelijkertijd vindt kinderopvang bij gastouders plaats in een fundamenteel andere situatie dan opvang bij een kindercentrum. Daardoor zijn niet alle kwaliteitseisen voor kindercentra (zonder aanpassing) passend voor gastouderopvang. En zijn er voor gastouderopvang kwaliteitseisen denkbaar die voor kindercentra niet mogelijk of nodig zijn en vice versa. Op basis van informatie uit de wetenschap, toezichthoudende organisaties en praktijk van de gastouderopvang is gekomen tot de maatregelen in dit wijzigingsbesluit. In paragraaf 2.2 worden de nieuwe of aangepaste kwaliteitseisen toegelicht, waarbij ook wordt ingegaan op verschillen of overeenkomsten met kindercentra.

Een fundamenteel verschil tussen dagopvang en buitenschoolse opvang enerzijds en gastouderopvang anderzijds zit niet alleen in de opvangsetting (een kindercentrum tegenover een particuliere woonomgeving). Het zit ook in de verantwoordelijkheidsverdeling tussen verschillende actoren. In de dagopvang en buitenschoolse opvang is de houder van het kindercentrum eindverantwoordelijk voor het bieden van verantwoorde kinderopvang conform de Wet kinderopvang. Het gaat daarbij zowel om het voeren van een beleid dat redelijkerwijs leidt tot verantwoorde kinderopvang, als de daadwerkelijke uitvoering daarvan. In de praktijk vindt deze uitvoering veelal plaats door beroepskrachten – de pedagogisch professionals – op de groep. Zij zijn bezoldigd en werkzaam bij het kindercentrum. In de gastouderopvang zijn de verhoudingen anders en hebben het gastouderbureau en de gastouder verschillende eigenstandige rollen en verantwoordelijkheden. De gastouder is een autonome professional. Conform artikel 1.49 en 1.56b uit de Wet kinderopvang is de gastouder verantwoordelijk voor het bieden van verantwoorde kinderopvang. De houder van een gastouderbureau heeft de verantwoordelijkheid de gastouder hierbij te begeleiden. De houder van het gastouderbureau stelt conform artikel 1.56 uit de Wet kinderopvang een beleid op dat redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde kinderopvang. De gastouder maakt, mede op basis van dit beleid, zelf een afweging bij welk gastouderbureau het zich aansluit. Met de maatregelen in het wetsvoorstel en dit wijzigingsbesluit, wordt getracht om de rollen te verduidelijken. Ze beogen nadrukkelijk niet om deze rollen te veranderen. In de reeds bestaande, begeleidende rol van het gastouderbureau wordt een kwaliteitsslag gemaakt. Het gastouderbureau faciliteert de gastouder bij het pedagogisch werkplan en de permanente ontwikkeling. Daarnaast wordt de autonomie van de gastouder gewaarborgd. Bijvoorbeeld door de gastouder verantwoordelijk te stellen voor het bieden van verantwoorde kinderopvang. Het gastouderbureau draagt naast de begeleidende rol ook zorg voor de bemiddeling tussen gastouder en vraagouder waardoor de gastouderopvang tot stand komt en vervult een kassiersfunctie.