Onjuiste BKR-berekening bij BSO per 1 juli 2024
Er is nog veel onduidelijkheid over de berekening van de Beroepskracht-kind-ratio (BKR) bij de buitenschoolse opvang (BSO) per 1 juli 2024. Dit blijkt uit de antwoorden op de quizvragen over de BKR op Kinderopvang-Wijzer.nl. Een deel van de antwoorden komt niet overeen met de in de wet opgenomen regeling en lijkt meer gebaseerd te zijn op een snelle praktische uitvoering. Dit kan echter tot fouten leiden.
Eerst nog maar eens de rekenregels zoals deze op 1ratio.nl en in de wet staan.
Buitenschoolse opvang
Het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen op een kindercentrum wordt bepaald op basis van de formule (A x 0,1) + (B x 0,083), waarbij:
- A staat voor het aantal kinderen op het kindercentrum in de leeftijd van vier jaar tot en met zes jaar;
- B staat voor het aantal kinderen op het kindercentrum in de leeftijd van zeven jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs eindigt;
- bij een uitkomst van ,18 of hoger naar boven wordt afgerond, en
- bij een uitkomst lager dan 0,18 er ten minste een beroepskracht ingezet wordt, indien er kinderen aanwezig zijn op het kindercentrum.
Nader toegelicht:
- A = voor de kinderen van 4 tot en met 6 jaar is de factor : 0,1 oftewel een beroepskracht kindratio van 1 medewerker op 10 kinderen (1 gedeeld door 10 = 0,1)
- B = voor de kinderen van 7 jaar en ouder is de factor 0,083 oftewel een beroepskracht kindratio van 1 medewerker op 12 kinderen (1 gedeeld door 12 = 0,83)
Deze verhoudingen golden ook al voor 1 juli 2024. Feitelijk is dat niet veranderd.
Veel voorkomende fouten
De meest voorkomende fouten die genoemd zijn bij de quiz zijn onjuiste verhoudingen. Zo wordt regelmatig aangegeven dat er een ratio zou zijn van 1 medewerker op 11 kinderen (bij beide leeftijdscategorieën) of dat deze ratio 1 medewerker op 13 kinderen zou zijn bij de kinderen van 7 jaar en ouder. Maar dat is niet volgens de wettelijke regels.
Bij kinderen van 4 tm 6 jaar is de ratio 1 medewerker op 11 kinderen
Dit is niet wat de wetgever heeft opgenomen in de officiële rekenregels, dat is namelijk 1 medewerker op 10 kinderen (factor 0,1). We leggen de herkomst uit.
- Er is gekeken naar het maximum aantal kinderen dat binnen de uitkomst van maximaal 1,18 past. Dit komt neer op 11 kinderen (11 * factor 0,1 geeft een wiskundig BKR van 1,1). Deze uitkomst valt binnen de grens van 1,18. Dit betekent dat als er precies 11 kinderen aanwezig zijn in de leeftijd van 4 tot en met 6 jaar, je een ratio van 1 medewerker op 11 kinderen kunt hebben. Echter, voor een correcte toepassing zou dit ook moeten gelden voor alle veelvouden als dit als rekenregel gebruikt zou worden. En dat is niet het geval. Bij 22 kinderen zijn er namelijk 3 medewerkers nodig en niet 2. Dit komt simpelweg omdat de 0,18 NIET vermenigvuldigd wordt.
Kinderen | Factor | Wiskundig BKR | Grens | Resultaat | PM nodig | Effectieve ratio |
11 | 0,100 | 1,100 | 1,18 | valt binnen grens | 1 | 11,1 |
22 | 0,100 | 2,200 | 2,18 | valt NIET binnen grens | 3 | 7,4 |
33 | 0,100 | 3,300 | 3,18 | valt NIET binnen grens | 4 | 8,3 |
44 | 0,100 | 4,400 | 4,18 | valt NIET binnen grens | 5 | 8,8 |
55 | 0,100 | 5,500 | 5,18 | valt NIET binnen grens | 6 | 9,2 |
Wil je kijken wat het maximale aantal kinderen zijn om optimaal gebruik te maken krijg je onderstaande aantallen, de eerste 11 kinderen dus met 1 PM, maar daarna stijgt deze steeds met 10 kinderen. De effectieve ratio is tussen de 10,2 en 11,1.
Kinderen | Factor | Wiskundig BKR | Grens | Resultaat | PM nodig | Effectieve ratio |
11 | 0,100 | 1,100 | 1,18 | valt binnen grens | 1 | 11,1 |
21 | 0,100 | 2,100 | 2,18 | valt binnen grens | 2 | 10,6 |
31 | 0,100 | 3,100 | 3,18 | valt binnen grens | 3 | 10,4 |
41 | 0,100 | 4,100 | 4,18 | valt binnen grens | 4 | 10,3 |
51 | 0,100 | 5,100 | 5,18 | valt binnen grens | 5 | 10,2 |
Daarbij kan dit alleen als er GEEN kinderen van 7 jaar en ouder op de locatie zijn, sinds 1 juli 2024 is het immers een berekening op locatieniveau.
Bij kinderen van 7 jaar en ouder is de ratio 1 medewerker op 13 kinderen
Dit is niet wat de wetgever heeft opgenomen in de officiële rekenregels, dat is namelijk 1 medewerker op 12 kinderen (factor 0,83). We leggen de herkomst uit.
- Er is gekeken naar het maximum aantal kinderen dat binnen de grens van 1,18 past. Voor kinderen van 7 jaar en ouder betekent dit dat 13 kinderen (13 * factor 0,083 geeft een wiskundig BKR van 1,079) binnen deze grens vallen. Dit betekent dat bij precies 13 kinderen een ratio van 1 medewerker op 13 kinderen kan worden gehanteerd. Voor een juiste toepassing zou dit ook voor alle veelvouden moeten gelden. Bij 26 kinderen werkt dit nog wel, maar bij hogere aantallen niet meer. (let op: zelfs 14 kinderen valt met score van 1,62 binnen de grens van 1,18. Dit moeten dan alleen 7+ kinderen zijn. Vermoedelijk heeft de wetgever dit niet zo bedoeld.)
Kinderen | Factor | Wiskundig BKR | Grens | Resultaat | PM nodig | Effectieve ratio |
13 | 0,083 | 1,079 | 1,18 | valt binnen grens | 1 | 13,1 |
26 | 0,083 | 2,158 | 2,18 | valt binnen grens | 2 | 13,0 |
39 | 0,083 | 3,237 | 3,18 | valt NIET binnen grens | 4 | 9,8 |
52 | 0,083 | 4,316 | 4,18 | valt NIET binnen grens | 5 | 10,4 |
65 | 0,083 | 5,395 | 5,18 | valt NIET binnen grens | 6 | 10,8 |
Wil je kijken wat het maximale aantal kinderen zijn om optimaal gebruik te maken krijg je onderstaande aantallen, de eerste 14 kinderen dus met 1 PM, maar daarna stijgt deze steeds met 12 kinderen. De effectieve ratio is tussen de 12,4 en 14.
Kinderen | Factor | Wiskundig BKR | Grens | Resultaat | PM nodig | Effectieve ratio |
14 | 0,083 | 1,162 | 1,18 | valt binnen grens | 1 | 14,0 |
26 | 0,083 | 2,158 | 2,18 | valt binnen grens | 2 | 13,0 |
38 | 0,083 | 3,154 | 3,18 | valt binnen grens | 3 | 12,7 |
50 | 0,083 | 4,150 | 4,18 | valt binnen grens | 4 | 12,5 |
62 | 0,083 | 5,146 | 5,18 | valt binnen grens | 5 | 12,4 |
Daarbij kan dit alleen als er GEEN kinderen van 4 tot en met 6 jaar op de locatie zijn, sinds 1 juli 2024 is het immers een berekening op locatieniveau.
Locatieberekening
Sinds 1 juli 2024 moet de berekening op locatie niveau berekend worden. In de meeste locaties zullen er bijna altijd kinderen van de 2 verschillende leeftijdscategorieën aanwezig zijn.
In onderstaand voorbeeld is de effectieve ratio 1 op 11,2 – 12.
Kinderen 4-6 jaar | Kinderen > 7 jaar | Wiskundig BKR | Grens | Resultaat | PM nodig | Effectieve ratio |
11 | 13 | 2,179 | 2,18 | valt binnen grens | 2 | 12,0 |
21 | 25 | 4,175 | 4,18 | valt binnen grens | 4 | 11,5 |
31 | 37 | 6,171 | 6,18 | valt binnen grens | 6 | 11,3 |
41 | 49 | 8,167 | 8,18 | valt binnen grens | 8 | 11,3 |
51 | 61 | 10,163 | 10,18 | valt binnen grens | 10 | 11,2 |
Zou je gaan rekenen met een ratio van 1 op 11 kan het dus voorkomen dat je een hoger aantal pedagogisch medewerkers uitkomt dan wettelijk noodzakelijk doordat de berekening boven de ,18 uitkomt. Reken je met een ratio van 1 op 11 en 1 op 13 kom je op een veel lager (en foutieve) wiskundig BKR uit.
In onderstaand tabel een voorbeeld van de officiële BKR berekening en de 2 varianten. Bij gebruik van de rekenratio van 1 op 11 zou je steeds boven de afrondinggrens uitkomen waardoor inzet van 1 extra medewerker noodzakelijk zou zijn.
Kinderen 4-6 jaar | Kinderen > 7 jaar | Officiële BKR | Reken ratio 1 op 11 | Reken ratio 1 op 11/ 13 |
11 | 13 | 2,179 | 2,182 | 2,00 |
21 | 25 | 4,175 | 4,182 | 3,83 |
31 | 37 | 6,171 | 6,182 | 5,66 |
41 | 49 | 8,167 | 8,182 | 7,50 |
51 | 61 | 10,163 | 10,182 | 9,33 |
Praktisch gebruik
Of het gebruik in praktijk van een ratio van 1 medewerker op 11 kinderen werkt hangt af van een aantal factoren.
- De afronding van wiskundig BKR
- De grootte van de locatie
- De leeftijdsverdeling
Afronding wiskundig BKR
Bij berekening van het benodigde aantal PM wordt gekeken naar de cijfers achter de komma in de officiële berekening. Is deze hoger dan ,18 wordt er naar boven afgerond. Deze extra 0,18 kan maar 1 keer worden gebruikt, dit is niet getal wat vermenigvuldigt wordt.
Bij gebruik van een rekenratio van 1 op 11 als er meer dan 11 kinderen op de locatie zijn, volgt feitelijk een andere (foutieve) afronding dan volgens de officiële berekening. Dit zou er ook toe kunnen leiden dat er zelfs een hoger aantal benodigde medewerkers uitkomt.
Grootte locatie
Bij de BSO is een locatie van 22 kinderen het meest voorkomend. In de meeste gevallen zal een rekenratio van 1 op 11 kunnen werken MITS er minimaal 2 kinderen 7 jaar of ouder zijn.
Als er meer dan 22 kinderen op de locatie aanwezig zijn kan een rekenregel van 1 medewerker op 11 kinderen minder goed werken.
Leeftijdsverdeling
Van belang is natuurlijk ook de leeftijdsverdeling op een locatie. Als het aantal kinderen nagenoeg gelijk verdeeld is over de 2 verschillende leeftijdscategorieën zal het gebruik van een snelle rekenratio 1 op 11 redelijk goed uitkomen (buiten kans op verkeerde afronding). Hoe groter de groep kinderen in de leeftijdscategorie 4 tot en met 6 jaar, hoe groter de kans dat berekening dan fout kan gaan.
Ten slotte:
- Volgens de Wet gaan de rekenregels BKR uit van 1 medewerker op 10 bij kinderen in leeftijdscategorie 4 tot en met 6 jaar en 1 medewerker op 12 kinderen bij kinderen van 7 jaar en ouder. Feitelijk was dit ook al zo voor 1 juli 2024.
- Er is een afwijking mogelijk door de afrondingsruimte van ,18 waardoor de effectieve BKR af kan wijken.
- Een rekenregel van 1 medewerker op 11 (of 13) kinderen is niet opgenomen in de Wet als officiële ratioberekening.
- Gebruik van een rekenratio van 1 op 11 (of 13) kinderen kan mogelijk gebruikt worden als snelle berekening, maar de uitkomst zal niet overeenkomen met de offiiele BKR berekening volgens de wet en www.1ratio.nl. Er is dus kans op fouten.
Het is dus zaak om de BKR regelmatig te toetsen via www.1ratio.nl of beter, dit via de planningssoftware correct te laten uitrekenen.
Model berekening
Met onderstaand excel model is het mogelijk inzicht te krijgen in de berekening.
Model berekening BKR bij een BSO - vanaf 1 juli 2024
De gegegevens in dit artikel zijn voor het laatst bijgewerkt en gecontroleerd op 29 juli 2024