Meeste ZZP’ers in kinderopvang werken via bemiddelingsbureau
Zelfstandige ondernemers zonder personeel in de zorg en welzijn gaven in 2023 vaak aan dat ze als zelfstandige willen werken omdat ze zelf willen bepalen hoeveel en wanneer ze werken. Gemiddeld werkten deze zelfstandige ondernemers 32 uur per week in deze sector. Uit het nieuwe Zelfstandigenonderzoek van het CBS, uitgevoerd voor het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW), blijkt dat 1 op de 10 zzp’ers in zorg en welzijn liever als werknemer zou werken.
Het aantal zelfstandigen in zorg en welzijn is in de afgelopen jaren toegenomen tot 178 duizend in 2022, volgens de Enquête beroepsbevolking (EBB). Zelfstandige ondernemers zonder personeel (zzp’ers) vormen hiervan de grootste groep (75 procent). Van alle werkenden in zorg en welzijn is 81 procent vrouw, terwijl van de zzp’ers 75 procent vrouw is.
Inzet van zelfstandigen
De inzet van zzp’ers in de kinderopvang lijkt wel terug te lopen. Een ruime meerderheid is van mening dat de kinderopvangbranche (net als steeds meer scholen) stelling zou moeten nemen en besluiten om geen zzp’ers / freelancers in te zetten op de functie van pedagogisch medewerker. Dit o.a. ter bescherming van de medewerkers in loondienst. Ook dienen de werkgevers zich te gaan houden aan de wetgeving, inzet van zelfstandigen is dan niet meer mogelijk. Zie de meningen over zzp in de kinderopvang. Bij invoering van het wetsontwerp zou werken als zelfstandige in de kinderopvang nagenoeg onmogelijk worden.
Reden om te werken als zzp
Zowel onder vrouwen als mannen is de mogelijkheid om zelf te bepalen hoeveel en wanneer ze werken de meest genoemde reden om zzp’er te worden (respectievelijk 46 en 40 procent). Onder vrouwen wordt hierna het beter kunnen combineren van werk en privé vaak genoemd (29 procent), terwijl bij mannen meer kunnen verdienen de tweede meest genoemde reden is (25 procent).
In de sectoren huisartsen en gezondheidscentra (66 procent) en verpleging, verzorging en thuiszorg (57 procent), noemden mensen het vaakst de wens om zelf te bepalen hoeveel en wanneer ze werken als belangrijkste reden om als zzp’er te starten. Alleen in de kinderopvang was de meest genoemde reden het beter kunnen combineren van werk en privé. Minder vaak werd aangegeven dat men geen geschikte baan kon vinden als werknemer of dat hun werkgever wilde dat ze als zzp’er gingen werken.
Zzp’ers werken meeste uren in kinderopvang
Gemiddeld werkten zzp’ers in de zorg en welzijn 32 uur. In de kinderopvang werkten zzp’ers gemiddeld bijna 42 uur per week, waarvan ruim 35 uur declarabel was, wat overeenkomt met 85 procent van hun werkweek. Dit is hoger dan het gemiddelde voor alle zzp’ers in de zorg en welzijn (75 procent).
In de geestelijke gezondheidszorg werkten zzp’ers gemiddeld bijna 14 uur per week minder dan in de kinderopvang. Ook was het aandeel declarabele uren kleiner (71 procent). In de jeugdzorg maakten zzp’ers de meeste niet-declarabele uren, zoals uren die nodig zijn voor het verwerven van opdrachten, netwerken of administratie.
Mannelijke zzp’ers in zorg en welzijn werkten gemiddeld 3 declarabele uren meer per week dan hun vrouwelijke collega’s, terwijl het gemiddelde aantal niet-declarabele uren vrijwel gelijk was.
1 op de 10 zzp’ers liever werknemer
Eén op de tien zzp’ers geeft de voorkeur aan een baan als werknemer. Het merendeel (94 procent) van de zelfstandige ondernemers zonder personeel in zorg en welzijn heeft voorheen als werknemer gewerkt, zowel binnen als buiten de sector, of combineert hun zelfstandige werk met een baan als werknemer. Onder alle zzp’ers in zorg en welzijn geeft iets meer dan 9 procent aan dat ze liever als werknemer zouden werken, een voorkeur die zowel onder vrouwen als mannen ongeveer gelijk is. De voornaamste redenen die zij hiervoor noemen zijn meer financiële zekerheid en sociale zekerheid. In de sectoren huisartsen en gezondheidscentra, geestelijke gezondheidszorg (ggz) en sociaal werk is het percentage zzp’ers dat liever als werknemer zou werken relatief hoog, respectievelijk 15 procent, 14 procent en 14 procent. Bij de kinderopvang is dat 12,7 %
Meeste ZZP’ers werken via bemiddelingsbureau
Ruim 69 % van de ZZP’ers in de kinderopvang werkt alleen via een bemiddelingsbureau. Een 14,2 % werkt zowel via een bemiddelingsbureau als rechtstreeks. Dit blijkt uit de cijfers van het CBS. De werkgevende (opdrachtgever) draait meestal op voor de kosten van bemiddelingsbureaus. In Europa wordt aan wetgeving gewerkt om het platformwerk (zoals bemiddelingsbureaus) aan te pakken. Niet alleen omdat deze kostenverhogend zijn, maar ook omdat deze in meeste gevallen de schijnzelfstandigheid van de werkende verder versterken.
Zelfstandig ondernemers; arbeidskenmerken 2023 | Kinderopvang (incl. peuterspeelzaalwerk) |
Werkzaam via bemiddelingsbureau | Nee, rechtstreeks bij één klant | 2,50% |
Werkzaam via bemiddelingsbureau | Nee, rechtstreeks bij meerdere klanten | 10,60% |
Werkzaam via bemiddelingsbureau | Ja, bij één klant | 5,50% |
Werkzaam via bemiddelingsbureau | Ja, bij meerdere klanten | 63,80% |
Werkzaam via bemiddelingsbureau | Ja en rechtstreeks bij meerdere klanten | 14,20% |
Werkzaam via bemiddelingsbureau | Onbekend | 3,40% |
Schijnzelfstandigheid
Veel zzp’ers in de zorg en welzijn sector worden beschouwd als schijnzelfstandig. Dat blijkt ook uit de Memorie van Toelichting bij wetsontwerp “Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden”.
In die situaties waarin op basis van de huidige wetgeving en jurisprudentie voldoende duidelijk is dat sprake is van een arbeidsrelatie, weten werkenden en werkgevenden (of zouden ze dit moeten weten) dat sprake is van schijnzelfstandigheid. Dergelijke vormen van welbewuste schijnzelfstandigheid zijn aan de orde als werkgeverschap en werknemerschap en bijbehorende rechten en verplichtingen bewust worden ontlopen. Dit is het geval als bij het verrichten van arbeid het zwaartepunt ligt op een gezagsrelatie met de werknemer en er weinig zelfstandigheid en/of ondernemerschap in de arbeidsrelatie aanwezig is. Toch wordt dan de afwezigheid van concrete instructies of de mogelijkheid van vervanging door een andere werkende, gepresenteerd als elementen die beslissend zouden bepalen dat een arbeidsrelatie buiten dienstverband kan plaatsvinden. Dit speelt bijvoorbeeld bij bepaalde vormen van platformwerk, waar de werkende nadrukkelijk aangestuurd wordt maar dan door een algoritme of een app. Maar dit is evenzeer aan de orde bij bijvoorbeeld werk in sectoren als zorg, kinderopvang en onderwijs, indien de werkenden in deze sectoren in feite hetzelfde werk verrichten als werknemers en er geen sprake is van werk dat voor eigen rekening of risico (zelfstandig) wordt verricht.
Het wetsontwerp moet er toe gaan leiden dat er vanaf 1 juli 2025 (bijna) geen zelfstandigen meer in deze Zorg en Welzijn werkzaam zijn. Bedoeling van de overheid is om in 2024 al actie te ondernemen tegen de schijnzelfstandigen in de Zorg en Welzijn. Werkgevers overtreden nu de Wet DBA door zelfstandigen in te zetten terwijl de zelfstandigen dit alleen als werknemer mogen doen.
Zie ook : Dossier ZZP in Kinderopvang.