Kortere werkweek in de kinderopvang: zinvol of niet?
De vakbonden FNV en CNV streven naar een kortere werkweek met behoud van salaris. De 30 urige werkweek zou dan met behoud van salaris zijn zoals nu bij een 36 urige werkweek geldt. Oftewel een salarisstijging van 20 %. Dit zou o.a. positief werken door verlaging van werkdruk. Volgens de vakbonden zou bij een 4 daagse werkweek de kleinere contacten uitgebreid worden doordat grotere contracten minder uren worden. Oftewel de 6 uur dat een voltijd medewerker inlevert om voortaan 30 uur te gaan werken, zou bij een medewerker komen de die nu 24 uur werkt.
Men baseert dit op een experiment in Portugal waaraan zo’n 41 verschillende bedrijven met circa 1.000 medewerkers in diverse sectoren hebben meegedaan.
Enkele uitkomsten:
- Gemiddeld ging de vierdaagse werkweek gepaard met een vermindering van de wekelijkse werktijd met 13,7 procent (van 39,3 naar 34 uur, zoals gerapporteerd door de bedrijven).
- Werknemers melden een daling van het werkelijk aantal gewerkte uren per week met 11,3 procent (van 41,1 naar 36,5 uur).
- Bij 20 procent van de bedrijven wordt de vrije dag op vrijdag gecoördineerd.
- In 58,5 procent van de bedrijven hebben werknemers één dag per week vrij. 41,5 procent van de bedrijven koos voor een werkrooster van negen dagen per twee weken, waarbij een werkweek van vier dagen afgewisseld wordt met een werkweek van vijf dagen.
Nu zijn er maar weinig medewerkers in de kinderopvang die 5 dagen werken, of 36 uur per week werken. Het sluiten van de locaties op een vrijdag is niet echt mogelijk. De meeste organisaties in het Portugese experiment heeft blijkbaar een werkweek van rond de 40 uur, terwijl de medewerker in Nederlandse kinderopvang 26 uur per week werkt.
Nederland is in Europa al koploper voor wat betreft aantal deeltijdbanen. Daarbij wordt in Nederland door een groter aandeel mensen gewerkt dan in andere landen.
Deeltijd
Nu is het aantal medewerkers wat 36 uur per week werkt in de kinderopvang redelijk beperkt. Laat staan dat medewerkers in de kinderopvang een 5 daagse werkweek hebben.
De gemiddelde contractduur is rond de 24 uur (Kinderopvang-Werkt!), waarbij deze kinderdagverblijven iets hoger kan zijn (circa 26 uur) en bij de BSO en VE groepen (circa 20 uur) weer iets lager.
Medewerkers in de kinderopvang die 36 uur werken zal je eerder vinden bij het management of bij kantoorfuncties. Het verkorten van de werkweek bij deze medewerkers kan niet altijd opgelost worden door invulling door een andere medewerker. Bij een deel zal dus hetzelfde hoeveelheid werk in 30 uur gedaan moeten worden.
Stel: er is 1 pedagogisch beleidsmedewerker van 36 uur werkzaam bij een organisatie. De werkweek verkorten tot 30 uur zal betekenen dat of er 1 medewerker voor 6 uur per week moet worden aangenomen of dat de medewerker voortaan het werk binnen 30 uur moet doen of dat aantal taken gewoon niet meer gedaan worden (dus kwaliteitsverlies).
Inzet bij kinderdagverblijven
De inzeturen op een locatie zijn grotendeels verbonden met de openingstijden, de BKR, vaste gezichten criterium etc. De diensten per dag zijn vaak tussen de 8 en 9 uur.
Stel: op een KDV locatie zijn er voor 2 groepen dagelijks er 4 medewerkers nodig die 9 uur werken om te voldoen aan BKR, openingstijden etc. Totaal 180 inzeturen per week. De inzet zal nu waarschijnlijk bestaan uit 8 medewerkers, waarvan 4 dan 3 dagen van 9 uur werken en 4 werken 2 dagen van 9 uur elk.
Medewerkers | Contract | Uren | |
Huidig met 27 uur | 4 | 27 | 108 |
huidig met 18 uur | 4 | 18 | 72 |
Totaal | 8 | 180 |
Optie 1: Er wordt een 30 urige werkweek ingevoerd, de 4 medewerkers met 27 uur gaan nu 30 uur werken, waarbij ze 3 dagen diensten van 9 uur werken en 1 dag een dienst van 3 uur. Je krijgt dan onderstaand beeld:
Medewerkers | Contract | Uren | |
Toekomst met 30 uur | 4 | 30 | 120 |
Toekomst met 15 uur | 4 | 15 | 60 |
Totaal | 8 | 180 |
Optie 2: De medewerkers willen hun 30 urige werkweek verdelen over 4 dagen met diensten van maximaal 7,5 uur. Per dag zijn er dus 4 diensten van 7,5 uur EN 4 diensten van 1,5 uur die ingevuld moeten worden (=8 medewerkers per dag).
Medewerkers | Contract | Uren | |
Toekomst met 30 uur | 4 | 30 | 120 |
Toekomst met 19,5 uur | 2 | 19,5 | 39 |
Toekomst met 10,5 uur | 2 | 10,5 | 21 |
Totaal | 8 | 180 |
Conclusie: voor de inzet op deze groepen blijf je 8 medewerkers nodig hebben die gemiddeld 22,5 uur per week werken. Alleen zijn de personeelskosten met 20 % gestegen.
Inzet bij VE groepen
Bij inzet op een VE groep is de werkweek vaak verspreid over 4 dagen met dagdelen van circa 4 uur opvang van VE kinderen. Die verdeling is regelmatig opgegeven door subsidieregels van de gemeentes. Daarbij worden die diensten als zwaar ervaren als er veel zorgkinderen zijn. Een deel van de VE medewerkers werkt dan tijdens de 40 schoolweken, terwijl er 12 weken vakantie is. De contractduur van een VE medewerker is dan gemiddeld rond de 20 uur.
Het aantal medewerkers dat werkzaam is op een VE groep en dat een voltijds 36 uur contract heeft zal dus bijna niet voorkomen, tenzij in combinatie met extra taken en/of diensten op KDV of BSO al zeer beperkt zijn.
Inzet bij buitenschoolse opvang
Bij de buitenschoolse opvang zijn de schooltijden van belang. Een BSO-dienst naschools is meestal ergens tussen 4 en 5 uur met eventueel uitzonderingen op de woensdag of vrijdagmiddag. Daarbij zijn er dan nog VSO diensten van 1 tot 2 uur. Contracten voor de medewerkers in de BSO zijn dan gemiddeld rond de 20 uur, vaak verdeeld over meerdere dagen of soms zelfs meerdere diensten per dag.
Het terugbrengen naar een 4-daagse werkweek zou voor een deel van de medewerkers betekenen dat er nog minder uren gewerkt wordt.
Het aantal medewerkers dat werkzaam is op een BSO en dat een voltijds 36 uur contract heeft zal dus bijna niet voorkomen, tenzij in combinatie met extra taken en/of diensten op KDV en/of VE groep (mits medewerker de diploma’s heeft) zal zeer beperkt zijn.
Kortere werkweek
Zoals hierboven omschreven zal het aantal medewerkers met een voltijdscontract zeer beperkt zijn. Zover de werkweek bij deze medewerkers verminderd wordt (kantoorpersoneel, managers etc) zal dat niet echt merkbaar zijn en deels niet opgevangen (kunnen) worden door andere medewerkers.
Stel: een organisatie heeft 1 pedagogisch beleidsmedewerker die 36 uur per week werkt. Het terugbrengen naar een 30 urige werkweek zou betekenen dat er nog een pedagogisch beleidsmedewerker voor 6 uur gezocht moet worden. Of dat het werk voortaan in 30 uur gedaan moet worden. Dit kan dus leiden tot meer werkdruk voor deze medewerker of dat aantal taken niet meer uitgevoerd kunnen worden (wat kwaliteitsverlies kan opleveren).
Werkdruk
Een kortere werkweek van 30 uur in plaats van 36 uur zou volgens de vakbonden een verlaging van de werkdruk kunnen opleveren. De gedachte is dat bijvoorbeeld procedures en administratieve taken tegen het licht worden gehouden en dat deze verminderd worden. Of door betere automatisering en verbetering van het productieproces. Maar de kinderopvang heeft geen productieproces en veel taken zijn vastgelegd en afkomstig van de Wet IKK. Volgens een artikel in Kinderopvangtotaal heeft de FNV voorlichter aangegeven dat “het plaatsen van foto’s en verhaaltjes in de ouderapp een overblijfsel zijn van toen er nog meer aanbod van kinderopvang was dan vraag. Op die manier probeerden organisaties ouders over te halen voor hun organisatie”.
Deze uitspraak geeft in ieder geval aan dat de FNV heel ver van de werkelijkheid afstaat en weinig kennis heeft van de kinderopvangbranche. De tijd dat er nog meer aanbod was dan vraag is toch al wel nodige jaren geleden. Het aantal organisaties wat een ouderapp had (of heeft) was in die jaren veel beperkter (vaak bij de grotere organisaties). Dit is ook geen instrument geweest om ouders proberen over te halen voor een specifieke organisatie te kiezen.
Verlaging van de werkdruk die voort is gevloeid uit de Wet IKK kan alleen gerealiseerd worden door de wet aan te passen. Hiervoor is medewerking nodig het kabinet. Voormalig minister Van Gennip was in ieder geval geen voorstander van aanpassing van de wet hiervoor.
Daarbij zijn contracturen in de kinderopvang vooral gerelateerd aan de openingsuren van de locatie. Die veranderen niet, dus daar is het niet mogelijk de uren in te korten.
Personeelstekort
De kinderopvangbranche heeft een personeelstekort, deze wordt alleen maar groter als de bijna gratis kinderopvang wordt ingevoerd. Door het verkorten van de werkweek zijn er eerder nog meer medewerkers nodig dan minder.
Hoger loon
Een loonsverhoging kan de interesse om in de branche te werken vergroten, maar zal de instroom niet direct verhogen, omdat kandidaten eerst nog opgeleid moeten worden. Het fors verhogen van de lonen in het onderwijs heeft bijvoorbeeld meer zij-instromers opgeleverd, maar het aantal studenten is eerder afgenomen.
Werk-prive verhouding
Een deel van de medewerkers kiest juist voor deeltijd omdat dit gecombineerd wordt met bijvoorbeeld zorgtaken of een bepaalde vrijheid tijdens de dagen waarop niet gewerkt wordt. Deze groep kan of wil niet de uren uitbreiden juist omdat dit de werk-prive verhouding onder druk zou zetten.
Toeslagen
Medewerkers kiezen er soms voor om geen uren extra te werken om dat de stijging van loon ook kan betekenen dat de medewerker boven de toeslaggrens komt en de ontvangen toeslagen fors afneemt waardoor netto inkomen eerder daalt.
Uurtarieven
Het verkorten van de werkweek met behoud van loon betekend een brutoloon stijging van 20 % (salaris bij 36 uur wordt dan salaris bij 30 uur). Deze exorbitante stijging van de kosten moet dan doorberekend worden in de uurtarieven. Volgens de gangbare methodes zou dan een uurtariefstijging betekenen van minimaal 15 %! En dat terwijl het kabinet Schoof heeft aangekondigd de uurtarieven KOT in 2026 niet te indexeren.
De kinderopvang zou dan zeker onbetaalbaar worden voor ouders met een laag inkomen. Gevolg hiervan kan zijn is daling van de vraag naar kinderopvang en in ergste geval dus ook daling in vraag naar medewerkers. Het enige positieve is dat dan het personeelstekort verminderd.