Kinderopvangtoeslag blijft zoals-ie is: geplande bezuiniging van tafel

Even een zucht van verlichting voor ouders in Nederland: de voorgenomen bezuiniging op de maximum uurtarieven van de kinderopvangtoeslag in 2026 gaat niet door.
In de Voorjaarsnota is afgesproken dat deze maatregel van tafel gaat. En dat is goed nieuws, vooral voor gezinnen met een gezamenlijk inkomen onder de €47.500. Want als het plan was doorgegaan, zouden veel ouders in 2026 ineens flink meer kwijt zijn aan kinderopvang.
Wat zou er eigenlijk veranderen?
In het oorspronkelijke plan zou het maximale uurtarief waar je toeslag over krijgt, omlaag gaan. Klinkt technisch, maar het komt erop neer dat je over een kleiner deel van de opvangkosten geld terug zou krijgen. De rest? Die moest je zelf ophoesten.
Vooral ouders met lagere of middeninkomens zouden dat merken. Denk aan honderden euro’s per jaar extra – en dat terwijl kinderopvang juist bedoeld is om werken toegankelijk te maken voor iedereen.
Gelukkig is het plan geschrapt
Bij de Voorjaarsnota heeft het kabinet besloten de maatregel niet door te voeren. Waarom? Omdat het simpelweg niet uit te leggen was. Allerlei partijen – van ouderorganisaties tot de kinderopvangsector zelf – noemden het al snel jojobeleid: eerst opvang betaalbaar maken, dan weer niet. Geen sterke beurt.
Nu blijft het huidige systeem van toeslagen en maximum uurtarieven voorlopig zoals het is. Dat betekent:
✔️ Geen onverwachte kostenstijging in 2026
✔️ Meer rust voor ouders die afhankelijk zijn van toeslag
✔️ Meer zekerheid voor kinderopvangorganisaties
Slim besluit (eindelijk)
Laten we eerlijk zijn: in een tijd van personeelstekorten en hoge werkdruk, moeten we juist álles doen om ouders te helpen blijven werken. Betaalbare kinderopvang is daarin essentieel.
Dat het kabinet nu terugkomt op deze bezuiniging voelt als een zeldzaam helder moment. Misschien eenmalig, misschien het begin van iets mooiers. Maar hoe dan ook: goed nieuws voor ouders, kinderen én de kinderopvangsector.