Kinderen, school en COVID-19 (versie 3-2-2021)
Wereldwijd zijn er relatief weinig kinderen gemeld met COVID-19, de ziekte die wordt veroorzaakt door het coronavirus SARS severe acute respiratory syndrome -CoV coronavirus -2.
Besmettelijkheid neemt toe met de leeftijd. Over het algemeen geldt: hoe jonger het kind, hoe kleiner de rol bij de verspreiding van het virus. Lees meer over de verspreiding van het virus.
Kinderen worden minder ernstig ziek en hoeven bijna nooit opgenomen te worden in het ziekenhuis vanwege SARS severe acute respiratory syndrome -CoV coronavirus -2.
Zie het overzicht epidemiologische situatie COVID-19 in Nederland.
Besmettelijkheid neemt toe met de leeftijd
In de periode na de zomervakantie steeg het aantal infecties met SARS-CoV-2 bij alle leeftijden. Ook bij kinderen. Vooral bij jongeren van 13 t/m 17 jaar nam in die periode het aantal besmettingen toe. Toch spelen jongere kinderen nog een beperkte rol in de verspreiding van virus in vergelijking met oudere kinderen en volwassenen. Omdat de besmettingen en besmettelijkheid van kinderen toeneemt naarmate ze ouder worden, is en blijft het belangrijk om ook op school en thuis zo goed mogelijk de basisadviezen te volgen, zoals de hygiëneregels en het test- en thuisblijfadvies voor kinderen.
Verspreiding vaak buiten school
Het aantal besmettingen met SARS-CoV-2 in Nederland is hoog en dat zorgde ervoor dat het aantal besmettingen op scholen tot aan de kerstvakantie ook toenam. Zowel bij kinderen als leraren. Met name bij oudere kinderen in het middelbaar onderwijs zien we in die periode een snelle stijging. We zien clusters die op school en buiten school ontstaan. Dit gebeurt vooral bij kinderen die onderling veel contact hebben. We zien dat kinderen vooral in kleine groepjes onderling besmet raken. Dit geldt ook voor leraren onderling. De GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst kijkt bij een besmetting van een leerling of ook klasgenoten in quarantaine moeten. Internationale onderzoeken geven aan dat transmissie door kinderen in de basisschoolleeftijd lager is dan door middelbare scholieren. Dat zien we ook bij clusteronderzoek van de GGD’en. Medewerkers in het middelbaar- en hoger onderwijs zijn iets vaker onderdeel van een cluster dan medewerkers in het basisonderwijs en kinderopvang.
Basis- en voortgezet onderwijs locaties geven les op afstand
Door de recente stijging in het aantal meldingen van mensen met een positieve coronatest en de toestroom van patiënten met COVID-19 in de ziekenhuizen heeft het kabinet op 15 december 2020 een lockdown afgekondigd. Daarom geven de scholen aan de meeste leerlingen op dit moment les op afstand.
Voor meer informatie over regels voor (school)kinderen, afstand houden, testen en thuisblijven zie Rijksoverheid.
Hygiëne in kinderdagverblijven en scholen
Goede (hand)hygiëne helpt verspreiding van het coronavirus SARS-CoV-2 te voorkomen. Er zijn hygiënerichtlijnen voor kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang, en basisscholen. Voor middelbare scholen kan de algemene hygiënerichtlijn worden gevolgd. Besteed daarnaast extra aandacht aan het schoonmaken van handcontactpunten, zoals deurklinken, toiletbediening, lichtknopjes en trapleuningen. Maak ook elektronica, zoals computers en tablets, regelmatig schoon, bijvoorbeeld met een droge microvezeldoek.
Zie ook Hygiëne en COVID-19.
Ventileren en luchten in kinderdagverblijven en scholen
Ventilatie is belangrijk voor een prettig en gezond binnenklimaat, ook in kinderdagverblijven en scholen. Door ventileren wordt de binnenlucht ververst met buitenlucht. Goede ventilatie helpt ook om een overdracht van luchtweginfecties, zoals COVID-19, te beperken. Het is daarom belangrijk om huizen en gebouwen, zoals scholen, goed te ventileren. Dit kan door ramen op een kier te zetten, via roosters of kieren, of met mechanische ventilatiesystemen. Lucht daarnaast ruimtes waar meerdere mensen verblijven, zoals klaslokalen. Doe dat als er niet meerdere mensen in de ruimte aanwezig zijn. Doe dit bijvoorbeeld in de pauze door de ramen en deuren 10 à 15 minuten tegenover elkaar open te zetten. Hierdoor wordt de lucht binnen snel ververst. In het protocol onderwijs op school tijdens corona en in de richtlijnen ventilatie lees je meer over het goed ventileren van klaslokalen. Daarnaast is het belangrijk om je aan de basisadviezen te houden. Was bijvoorbeeld regelmatig je handen en blijf thuis bij klachten.
Zie voor meer informatie:
- Binnen- en buitenmilieu voor basisscholen
- Ventilatie en COVID-19
- Rijksoverheid.nl: ventilatie en gebouwen
- Rijksoverheid.nl: corona en ventilatie schoolgebouwen
Meer informatie voor scholen
Op Rijksoverheid.nl vind je meer informatie over het coronavirus SARS-CoV-2 en verschillende soorten opvang en onderwijs. Hier staat ook uitgebreide informatie voor scholen, zoals protocollen om de verspreiding van het virus zo laag mogelijk te houden:
- Kinderopvang
- Basisonderwijs en speciaal onderwijs
- Voortgezet onderwijs (middelbare scholen)
- Middelbaar beroepsonderwijs (mbo)
- Hogescholen en universiteiten
- Regels voor afstand houden
Daarnaast is er op RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu .nl ook meer informatie voor zwangere werknemers.
Onderzoek naar de rol van kinderen in verspreiding van het virus
Het RIVM doet verschillende onderzoeken naar de rol van kinderen bij de verspreiding van SARS-CoV-2:
- We bestuderen in detail de meldingen en uitbraken van COVID-19 die de GGD’en in Nederland doen.
- We onderzoeken samen met Nivel-peilstations de registraties van huisartsen over patiënten met griepachtige klachten die getest worden op COVID-19.
- We hebben onderzoek gedaan bij Nederlandse personen met COVID-19 en hun gezinscontacten.
- We starten binnenkort een onderzoek naar COVID-19 besmettingen op basisscholen.
- We onderzoeken bloed van mensen op antistoffen tegen COVID-19 in de zogenoemde PIENTER Corona studie.
- We houden relevante literatuur over kinderen en COVID-19 bij. Het gaat hier ook om onderzoeken die in andere landen zijn uitgevoerd.
Gegevens van GGD’en
In alle leeftijdsgroepen is het aantal COVID-19-meldingen per 100.000 inwoners licht gedaald, vergeleken met de week ervoor.
Grafiek leeftijdsverdeling
Sla de grafiek over en ga naar de datatabelGebruik regions om naar de grafiek te springen en tussen reeksen te navigeren en tab/pijltjes toetsen om tussen onderdelen/reeksen te navigeren.
Aantal meldingen per 100.000 inwoners, per leeftijdsgroep, van 21 december 2020 t/m 31 januari 2021
Lange beschrijving.
Geen beschrijving beschikbaar.
Structuur.
Staaf grafiek met 6 reeksen.De grafiek heeft 1 X-as die categories weergeeft.De grafiek heeft 1 Y-as die values weergeeft.
Bekijk als data tabel.
Grafiek afbeelding.
Aantal meldingen per 100.000 inwoners, perleeftijdsgroep, van 21 december 2020 t/m 31januari 20210-1213 – 1718 – 2425 – 2930 – 3940 – 4950 – 5960 – 6970+0200400600wk 52wk 53wk 1wk 2wk 3wk 4
Voor kinderen t/m groep 8 van de basisschool is het testbeleid op 6 januari 2021 aangepast. Hiermee krijgen we nog beter zicht op de verspreiding van het virus onder kinderen en op de verspreiding van nieuwe varianten Daardoor kan het zijn dat de komende periode het aantal geteste en gemelde kinderen in deze leeftijden weer iets toeneemt. Voor kinderen op de middelbare school (vanaf 13 jaar) is het testbeleid niet veranderd, waardoor veranderingen in het aantal testen en meldingen bij kinderen vanaf 13 jaar een beter beeld geven van veranderingen in aantal ziektegevallen.
In onderstaande figuur zijn de aantallen van de positief geteste personen die bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst zijn gemeld. Ook zijn de daar bijbehorende percentages weergegeven. Ondanks dat kinderen van 0 t/m 17 jaar oud 20,7% (van de bevolking uitmaken, vertegenwoordigen zij een lager aandeel in de positief gemelde personen.
In onderstaande tabel zijn ziekenhuisopnames zoals gemeld bij de GGD’en weergegeven. Omdat het niet verplicht is om ziekenhuisopnames wegens COVID-19 te melden, zijn deze getallen lager dan het aantal personen dat in werkelijkheid in het ziekenhuis is opgenomen vanwege COVID-19.
1 juni t/m 17 september | 18 september 2020 tot 1 februari 2021 | |||
---|---|---|---|---|
Leeftijdsgroep | Aantal ziekenhuisopnames | Percentage | Aantal ziekenhuisopnames | Percentage |
0 t/m 3 | 14 | 2.0% | 118 | 1.2% |
4 t/m 11 | 3 | 0.4% | 23 | 0.2% |
12 t/m 17 | 4 | 0.6% | 26 | 0.3% |
Volwassenen | 677 | 97.0% | 9839 | 98.3% |
Totaal | 698 | 10006 |
Er zijn twee kinderen overleden aan COVID-19 in Nederland. Dit betroffen kinderen met ernstige onderliggende aandoeningen.
Sinds 1 juni 2020 kunnen alle Nederlanders met (milde) klachten getest worden op het virus. Onderstaande figuur is op basis van data van de GGD teststraten.
In de grafiek is te zien dat bij kinderen van 4-11 en 12-17 jaar het percentage positieve testen hoger is dan bij volwassenen na 18 september. Het percentage positief voor 0 t/m 3 en 4 t/m 11 jarigen is vertekend in de grafiek vanaf 18 september vanwege het veranderde testbeleid in deze leeftijdsgroepen. Het percentage positief in deze leeftijdsgroepen valt waarschijnlijker hoger uit, omdat jonge kinderen toen voornamelijk getest werden in het kader van bron- en contactonderzoek of bij een uitbraakonderzoek.
Vanaf 31 augustus 2020 tot en met 10 januari 2021 zijn ruim 390.000 mensen die werkzaam zijn in het onderwijs of kinderopvang getest. Van deze testen was 9% positief. Dit percentage is lager dan het totaal van 14% bij de ruim 3,7 miljoen volwassenen getest in de teststraten in deze periode.
Verspreiding tussen leeftijdgenoten
Bij melding van een persoon met COVID-19 kan ook worden gemeld welke andere persoon met COVID-19 een waarschijnlijke bron van de infectie is. Deze gegevens laten zien dat verspreiding van het virus vooral plaatsvindt tussen personen van ongeveer dezelfde leeftijd. In onderstaande figuur (gegevens tot en met 5 januari 2021) staan van 188.496 patiëntparen de leeftijden van zowel de bronpatiënt als de patiënt die door hem of haar besmet werd (geïnfecteerde). De overdracht van het virus blijkt vooral plaats te vinden mensen van ongeveer dezelfde leeftijd, en minder tussen ouders en kinderen (van alle leeftijden).
Wanneer er sprake is van een heel hoog aantal meldingen, zijn de GGD’en niet altijd in staat om een uitvoerig bron- en contactonderzoek te doen. Om deze reden is bovenstaande informatie niet altijd up-to-date. Zodra de GGD’en weer uitvoerig bron- en contactonderzoek uitvoeren, kan er opnieuw onderzoek gedaan worden naar de verspreiding tussen leeftijdsgenoten. Er is geen reden om aan te nemen dat de verspreiding tussen leeftijdsgenoten veel verandert.
Besmette contacten naar leeftijd van de bron
GGD’en voeren rond een persoon met COVID-19 bron- en contactonderzoek uit. Contacten van een bron worden gemonitord en getest als ze klachten ontwikkelen. In de periode 29 juni t/m 6 september (week 27 t/m 36) zijn er ruim 62.000 contacten gemonitord in het kader van bron- en contactonderzoek. Onderstaande grafiek laat de absolute aantallen zien (wel/niet geïnfecteerd of niet getest) van contacten naar leeftijd van de bron. Bijna de helft van de contacten had een bron in de leeftijdsgroep 18-29 jaar, van 7,7% was de bron jonger dan 18 jaar.
In het onderstaande taartdiagram staat de leeftijdsverdeling van de bron. Van het totaal aantal besmette contacten had 0,3% (n=14) een bron jonger dan 4 jaar, 0,7% (n=36) een bron van 4-11 jaar, en 4,6% een bron van 12-17 jaar. Van het overgrote deel van de contacten die besmet raakten (94,4%) was de bron 18 jaar of ouder.
In de periode half augustus-november zijn door het hoge aantal besmettingen de GGD’en niet in staat om een uitvoerig bron- en contactonderzoek te doen. Om deze reden kan bovenstaande informatie niet geüpdatet worden. Zodra de GGD’en weer in staat zijn uitvoerig bron- en contactonderzoek te doen, kan er opnieuw onderzoek gedaan worden naar het aandeel van kinderen als bron. Tot die tijd is er geen reden om aan te nemen dat het aandeel van kinderen als bron is veranderd.
Besmette kinderen in huisartsenpraktijken
Rond de 40 huisartsenpraktijken in Nederland registreren het aantal patiënten dat de praktijk bezoekt vanwege griepachtige klachten, de Nivel-peilstations. Bij een deel van deze patiënten wordt een neus- en keelwat afgenomen die in het laboratorium worden onderzocht op aanwezigheid van virussen, waaronder COVID-19. Bij drie van de 216 geteste patiënten onder 18 jaar is een COVID-19 besmetting aangetroffen (1,4%). Van de 1285 geteste volwassenen waren er 104 positief (8,1%). Dit is op basis van gegevens van februari 2020 tot 1 februari 2021.
COVID-19 in Nederlandse huishoudens
Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft in het voorjaar van 2020 een onderzoek uitgevoerd om meer te weten te komen bij besmette COVID-19 personen en hun gezinscontacten. In samenwerking met GGD namen gezinnen deel aan dit onderzoek. In totaal deden er tot half april 54 huishoudens mee met 239 deelnemers, waarvan 185 huisgenoten. De resultaten van deze studie zijn inmiddels bekend. In deze gezinsstudie werd bij geen van de 54 gezinnen aanwijzingen gevonden dat een kind jonger dan 12 jaar de bron was van COVID-19 binnen het gezin, en slechts bij 1 gezin dat dit een ouder kind (12-17 jaar) was.
Bron : RIVM