Kabinet treft maatregelen om toeslagterugvorderingen te beperken
Het kabinet wil voorkomen dat mensen in financiële problemen raken door te hoge toeslagvoorschotten die later moeten worden terugbetaald. Om dit te bereiken, neemt het kabinet maatregelen om hoge terugvorderingen te voorkomen. Een van deze maatregelen is een realistischer inschatting van het inkomen, waardoor de kans op grote terugvorderingen afneemt. Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën heeft dit in een brief aan de Tweede Kamer aangekondigd.
Het toeslagenstelsel ondersteunt veel mensen bij het betalen van kosten voor huur, kinderopvang en zorgverzekering, maar kent ook problemen. Wijzigingen in inkomen of levensomstandigheden kunnen het recht op toeslagen en de hoogte ervan beïnvloeden, wat soms leidt tot terugbetalingen achteraf. Dit maakt het stelsel complex. Het kabinet wil het stelsel daarom verbeteren. Op lange termijn streeft het naar een hervorming van het belasting- en toeslagenstelsel. Op middellange termijn is het de bedoeling om kinderopvang direct te financieren, waardoor de kinderopvangtoeslag overbodig wordt.
Op korte termijn worden vier concrete maatregelen voorgesteld, die aan de Tweede Kamer zijn gemeld. Deze maatregelen beïnvloeden de hoogte van de voorschotten en zijn gericht op het beperken van hoge terugvorderingen. Ze hebben echter geen invloed op het definitieve recht op toeslagen. Mensen behouden de mogelijkheid om hun voorschot aan te passen als zij het niet eens zijn met de wijzigingen van Dienst Toeslagen.
Verhoogde inkomensindexering vanaf 2025
Veel mensen krijgen jaarlijks een hoger inkomen, maar geven deze verandering niet altijd door aan Dienst Toeslagen. Hoewel inkomens al worden geïndexeerd op basis van het wettelijk minimumloon, stijgen de inkomens in de praktijk bij veel huishoudens vaak meer. Hierdoor wordt de toeslag berekend op basis van een te laag inkomen, wat leidt tot te hoge toeslagvoorschotten.
Om dit te voorkomen, gaat Dienst Toeslagen vanaf 2025 inkomens met een extra 3% indexeren. Dit betekent dat mensen een lager toeslagvoorschot zullen ontvangen, wat beter aansluit bij hun werkelijke inkomen. Op deze manier wordt het risico op hoge terugvorderingen verminderd.
Gebruik van vermogensgegevens bij toeslagen vanaf 2025
Huishoudens met een vermogen boven een bepaalde grens hebben geen recht op huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget. Momenteel wordt dit vermogen pas na afloop van het toeslagjaar vastgesteld. Dit leidt ertoe dat huishoudens soms toch voorschotten ontvangen, wat resulteert in hoge en onverwachte terugvorderingen.
Om dit te voorkomen, gaat Dienst Toeslagen vanaf 2025 vermogensgegevens gebruiken bij het vaststellen van voorschotten. Huishoudens met een vermogen van minstens € 200.000 ontvangen geen voorschot meer voor huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget, mits hun vermogen het jaar ervoor ook bij Dienst Toeslagen bekend was. Als na afloop van het jaar blijkt dat het vermogen binnen de grenzen valt, wordt de toeslag alsnog uitbetaald. Naar schatting gaat het om circa 7.500 huishoudens.
Pilot automatische aanpassing kinderopvangtoeslag
Wanneer ouders meer uren kinderopvangtoeslag aanvragen dan daadwerkelijk worden afgenomen, kunnen hoge terugvorderingen ontstaan. Hoewel Dienst Toeslagen ouders hierover waarschuwt, passen niet alle ouders hun gegevens aan. Daarom wordt er een pilot gestart waarin de kinderopvangtoeslag automatisch wordt aangepast als ouders niet reageren op een verzoek van Dienst Toeslagen. Zo wordt het voorschot bijgesteld aan de werkelijke situatie. De resultaten van deze pilot worden begin 2025 verwacht.
Voorzichtig voorschot: nieuwe maatregel in verkenning
Naast drie bestaande maatregelen onderzoekt Dienst Toeslagen een vierde optie: het aanbieden van een voorzichtig voorschot. Onderzoek laat zien dat veel mensen liever een iets lager voorschot ontvangen, met een nabetaling achteraf, dan te veel ontvangen en risico lopen op een hoge terugvordering. Dienst Toeslagen kijkt nu hoe een dergelijk systeem vormgegeven kan worden. Het doel is een balans te vinden tussen een lager voorschot en het behoud van financiële stabiliteit voor toeslagenaanvragers.