De kinderopvang moet zich houden aan het vierogenprincipe. Dit betekent dat er altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Die volwassene kan een andere beroepskracht zijn, maar bijvoorbeeld ook een ouder of een stagiair.
De kinderopvang moet de oudercommissie om advies vragen en ouders informeren over hoe de kinderopvang het vierogenprincipe invult.
Het vierogenprincipe geldt niet voor de buitenschoolse opvang (bso) en de gastouderopvang, ook niet als in de gastouderopvang jongere kinderen worden opgevangen.