Eerste bezuiniging kabinet Schoof: te betalen door ouders in de kinderopvang

Het kabinet Schoof heeft plannen aangekondigd die gevolgen hebben voor ouders die gebruik maken van kinderopvang. Een van de eerste maatregelen is de beslissing om de maximum uurprijs voor kinderopvang in 2026 niet te indexeren. Dit betekent dat de maximum tarieven voor kinderopvang in 2025 ook in 2026 zullen gelden, zonder aanpassing voor jaarlijkse inflatie en kostenstijging. Uiteindelijk moet dit structureel € 254 miljoen opleveren.

De berichtgeving van het kabinet Schoof geeft geen vertrouwen in de kennis van het kabinet PVV/BBB/NSC/VVD over de kinderopvang. In het nieuwsbericht is sprake van: “Huishoudens met een laag inkomen die nu al recht hebben op het maximale vergoedingspercentage van 96% in de kinderopvangtoeslag, zijn in 2026 netto meer kwijt voor zover kinderopvangorganisaties hun tarieven verhogen tot boven de maximum uurprijs.”

Zie ook Netto kosten ouder bij KDV stijgen in 2026 € 1.000 – € 1.100

Maar het is nu al in 2024 zo dat de gemiddelde uurtarieven in de kinderopvangbranche hoger zijn dan de maximum uurtarieven kinderopvangtoeslag. En dat zal alleen maar weer toenemen bij het kabinet Schoof.

Realiteit 2024:

BOinK en Waarborgfonds kinderopvang hebben onderzoek gedaan naar de gemiddelde uurtarieven in de branche. Het uurtarief voor de KDV is gemiddeld € 10,50 en voor BSO € 9,44. Respectievelijk 2,44 % en 3,51 % hoger dan de KOT tarieven. Dus zijn deze al boven de maximum uurprijs. In de G4 steden zijn deze overigens hoger.

Realiteit 2025:  

De maximum uurtarieven kinderopvang gaan effectief met 4,44 % omhoog. Dit is niet de indexatie waar de branche mee te maken heeft. Die zal vermoedelijk iets boven de 5 % uit gaan komen. De overheid hanteert niet alleen een andere methode van indexering en heeft ook een korting toegepast op de uurtarieven om een aantal andere maatregelen te betalen.

Het verschil tussen de werkelijke uurtarieven kinderopvang en de maximum uurtarieven kinderopvangtoeslag zal dus in 2025 toenemen. Terwijl het laatste kabinet Rutte deze juist dichter bij elkaar had gebracht. Een deel van de ouders zal dit niet echt merken doordat het vergoedingspercentage verhoogd wordt.

Realiteit 2026:  

Alhoewel het kabinet Schoof voornemens is om geen indexatie toe te passen in 2026, zullen kinderopvangorganisaties toch echt te maken hebben met kostenstijgingen, zoals inflatie en loonkostenstijging. Alhoewel nu te vroeg om hierover een uitspraak te doen, is een kostenstijging van 3 a 4 % vrij realistisch voor 2026. Voor de groep ouders die vanaf 2025 een hogere vergoeding ontvangen en op of tegen de 96 % aanzitten zal dat dus een lastenverzwaring betekenen.

Realiteit 2027:

Het niet indexeren in 2026 zal doorlopende gevolgen hebben. Dit is ook steeds voorgekomen in het verleden. Het uurtarief kinderopvangtoeslag loopt minimaal 1 jaar achter bij de realiteit. De “besparing” van de overheid zal uiteindelijk 254 miljoen bedragen. Te betalen door de ouders.

Gezien het eerdere citaat wil het kabinet Schoof de “schuld” voor deze lastenverzwaring in de schoenen van de kinderopvangorganisaties leggen. De besparing zal dus betaald worden door ouders in de kinderopvang en dan ook voornamelijk door ouders met een lager inkomen.

Ouders met een lager inkomen nemen vaak meer uren kinderopvang af dan ouders met een hoog inkomen. Voor ouders met een hoger inkomen zou bij een nieuw stelsel een hogere vergoeding betaald gaan worden, terwijl ouders met lager inkomen al aan de maximale vergoeding van 96 % zitten.

Internetconsultatie

Om inzicht te krijgen in de publieke opinie over deze maatregel, heeft het kabinet een internetconsultatie geopend. De consultatie loopt tot 21 augustus 2024, en iedereen wordt aangemoedigd om zijn of haar mening te geven. Dit is een kans voor ouders, kinderopvangorganisaties en andere belanghebbenden om hun zorgen en suggesties kenbaar te maken.

De Memorie van Toelichting tref je hier aan.

De gegegevens in dit artikel zijn voor het laatst bijgewerkt en gecontroleerd op 28 juli 2024