Cijfers kinderopvang eerste kwartaal 2021
De kwartaalrapportage cijfers kinderopvang gaat onder andere in op het gebruik kinderopvangtoeslag, ontwikkeling van de gemiddelde uurprijs van opvang en het aantal locaties in de dagopvang in het eerste kwartaal van 2021.
1. Gebruik kinderopvangtoeslag
In het eerste kwartaal van 2021 gingen er 827.000 kinderen met kinderopvangtoeslag naar de opvang. Dit is een daling van 19.000 kinderen ten opzichte van het eerste kwartaal van vorig jaar. De gevolgen van corona op het gebruik van kinderopvang blijven daarmee onveranderd zichtbaar. In het eerste kwartaal was de kinderopvang overigens tijdelijk gesloten. Hierdoor kunnen de cijfers een vertekend beeld geven.
Onderstaande tabel laat het aantal kinderen dat naar de opvang ging met kinderopvangtoeslag zien. In het eerste kwartaal van dit jaar gingen er 350.000 kinderen naar de dagopvang, 399.000 kinderen naar de buitenschoolse opvang en 99.000 kinderen naar de gastouderopvang. De daling ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar is het grootst bij de buitenschoolse opvang. Daar is in een jaar tijd het aantal kinderen met 10.000 gedaald. De buitenschoolse opvang was het gehele eerste kwartaal van 2021 gesloten. Het gemiddelde aantal uren opvang per kind per maand is wel gestegen. De kinderen die overbleven, kregen toeslag voor gemiddeld 61,9 uur kinderopvang. De stijging is met 2,8 uur het grootst bij de dagopvang.
Tabel 1: Gemiddelde aantallen met kinderopvangtoeslag1 | ||||||
2017 | 2018 | 2019 | 1e kwartaal 2020 | geheel 2020 | 1e kwartaal 2021 | |
Aantal kinderen (x 1000)2 | ||||||
Totaal3 | 726 | 785 | 817 | 846 | 833 | 827 |
Kinderdagcentra | 292 | 328 | 340 | 352 | 347 | 350 |
Buitenschoolse opvang | 336 | 366 | 390 | 409 | 404 | 399 |
Gastouderopvang 0- t/m 3-jarigen | 65 | 64 | 64 | 63 | 61 | 59 |
Gastouderopvang 4- tot 12-jarigen | 53 | 50 | 47 | 45 | 43 | 39 |
Uren per kind per maand | ||||||
Totaal | 57,4 | 58,1 | 59,2 | 60,0 | 60,7 | 61,9 |
Kinderdagcentra | 79,7 | 79,3 | 81,6 | 83,1 | 84,3 | 85,9 |
Buitenschoolse opvang | 36,4 | 37,1 | 37,9 | 38,2 | 38,7 | 39,2 |
Gastouderopvang 0- t/m 3-jarigen | 64,9 | 65,0 | 65,7 | 67,4 | 67,6 | 68,3 |
Gastouderopvang 4- tot 12-jarigen | 37,6 | 37,0 | 36,4 | 36,3 | 36,5 | 37,0 |
Bron: Belastingdienst/Toeslagen, cijferbeeld april 2021, bewerking Ministerie van SZW
2. Netto arbeidsparticipatie van ouders met jonge kinderen
In tabellen 2 en 3 is de netto arbeidsparticipatie opgenomen van respectievelijk vrouwen en mannen. Ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar is de netto arbeidsparticipatie van vrouwen met 0,4%-punt gedaald. De arbeidsparticipatie van moeders is wel gestegen en ligt nu op het hoogste niveau van de afgelopen jaren. De netto arbeidsparticipatie van vrouwen tussen de 25 en 35 is met 84,4% het hoogst van alle categorieën.
Tabel 2. Netto arbeidsparticipatie vrouwen en moeders met jonge kinderen (in %) | ||||||||
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Kw. 1 2020 | Kw. 1 2021 | |
Vrouwen 15-75 | 60,3 | 60,9 | 61,9 | 63,2 | 64,4 | 64,2 | 64,7 | 64,3 |
Vrouwen 25-34 | 79,6 | 79,9 | 80,2 | 82,2 | 83,3 | 83,6 | 83,6 | 84,4 |
Vrouwen 35-44 | 77,0 | 77,6 | 78,4 | 79,8 | 80,7 | 80,4 | 81,4 | 80,8 |
Moeders (lid van ouderpaar) | 76,7 | 77,6 | 78,5 | 79,0 | 80,4 | 80,5 | 80,5 | 80,9 |
Alleenstaande moeders | 59,5 | 62,2 | 63,1 | 65,9 | 66,2 | 68,5 | 68,8 | 71,4 |
Moeders met jonge kinderen (0-11) | 75,9 | 76,5 | 77,2 | 77,8 | 79,4 | 80,1 | 79,9 | 81,5 |
Bron: CBS
De netto arbeidsparticipatie van mannen laat een soortgelijke ontwikkeling zien. Ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar is de gemiddelde arbeidsparticipatie van alle mannen afgenomen met 0,7%-punt, terwijl de arbeidsparticipatie van vaders met jonge kinderen is gestegen met 1,3%- punt. De netto arbeidsparticipatie van vaders met jonge kinderen blijft het hoogst en bedraagt in het eerste kwartaal van 2021 bijna 95%. Dit is hoger dan het jaargemiddelde van de afgelopen jaren.
Tabel 3. Netto arbeidsparticipatie mannen en vaders met jonge kinderen (in %) | ||||||||
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Kw. 1 2020 | Kw. 1 2021 | |
Mannen 15-75 | 70,4 | 70,8 | 71,5 | 72,5 | 73,2 | 72,5 | 73,2 | 72,5 |
Mannen 25-34 | 86,6 | 87,2 | 87,7 | 88,5 | 88,0 | 88,2 | 88,3 | 88,8 |
Mannen 35-44 | 89,1 | 89,4 | 89,8 | 90,3 | 90,9 | 89,6 | 89,5 | 90,2 |
Vaders (lid van ouderpaar) | 90,4 | 90,8 | 91,2 | 91,7 | 92,1 | 91,7 | 91,6 | 92,2 |
Alleenstaande vaders | 75,5 | 76,3 | 73,8 | 76,6 | 80,4 | 79,8 | 79,2 | 79,4 |
Vaders met jonge kinderen (0-11) | 93,0 | 93,3 | 93,5 | 94,0 | 94,2 | 93,9 | 93,6 | 94,9 |
Bron: CBS
Tabel 4 geeft de ontwikkeling weer in het aantal gewerkte uren per week van vrouwen en moeders met jonge kinderen. In het eerste kwartaal van 2021 is het gemiddelde aantal gewerkte uren van vrouwen licht gedaald ten opzichte van het eerste kwartaal vorig jaar. Het gemiddelde aantal gewerkte uren van moeders met jonge kinderen is ongewijzigd.
Tabel 4. Ontwikkeling in gewerkte uren van vrouwen en moeders met jonge kinderen (gemiddelde binnen de groep vrouwen met een baan van meer dan 1 uur, jaarcijfers) | ||||||||
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Kw. 1 2020 | Kw. 1 2021 | |
Vrouwen 15-74 | 25,3 | 25,6 | 25,9 | 26,1 | 26,3 | 26,2 | 26,3 | 26,0 |
Moeders met jonge kinderen (0-11 jaar) | 25,5 | 25,8 | 26,4 | 26,6 | 26,8 | 26,9 | 26,8 | 26,8 |
Bron: CBS
3. De ontwikkeling van de gemiddelde uurprijs
In tabel 5 is de ontwikkeling van de tarieven in de kinderopvang weergegeven. De tabel laat ook het verschil tussen de gemiddelde tarieven van de verschillende opvangsoorten en de maximum uurprijzen zien. De cijfers over de gemiddelde uurprijs zijn gebaseerd op de uurprijzen die ouders aan de Belastingdienst/Toeslagen doorgeven. Er zijn enkele kanttekeningen te plaatsen bij de duiding. Niet alle ouders geven tijdig een wijziging van het uurtarief door en het tarief dat ouders doorgeven sluit soms niet volledig aan bij het tarief dat een kinderopvangorganisatie vraagt, bijvoorbeeld doordat ouders een tarief dat boven het maximum uurtarief ligt, niet altijd doorgeven aan de Belastingdienst/Toeslagen. Het is dus onduidelijk in hoeverre de uurprijzen dus volledig aansluiten bij de uurprijs die een kinderopvangorganisatie vraagt.
De prijzen van alle opvangsoorten zijn zoals gebruikelijk gestegen in het eerste kwartaal van 2021. De toename ten opzichte van het gemiddelde tarief vorig jaar is het grootst bij de dagopvang, waar het uurtarief met € 0,23 (2,8%) is gestegen. Door de indexatie van de maximum uurprijs is het verschil met het gemiddelde tarief afgenomen naar 0,7% (€ 0,06 per uur). Naar verwachting loopt
dit verschil op, omdat de gemiddelde tarieven gebaseerd op wat ouders doorgeven altijd stijgen gedurende het jaar. Het verschil tussen de maximum uurprijs en het gemiddelde tarief is met
€ 0,40 (5,4%) het grootst bij de buitenschoolse opvang. Ook hier is het verschil met het maximum uurtarief afgenomen, doordat de indexatie van het maximum uurtarief hoger was dan de stijging van het gemiddelde uurtarief. Bij zowel de gastouderopvang voor 0- tot 4-jarigen als voor 4- tot 12-jarigen liggen de gemiddelde tarieven nog onder de maximum uurprijs, respectievelijk 1,7% en 1,0%.
Tabel 5: ontwikkeling gemiddelde uurprijs (in €)4 | |||||
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Kw. 1 2021 | |
Gemiddelde uurprijzen voor maximering5 | |||||
Dagopvang | 7,19 | 7,46 | 8,10 | 8,28 | 8,52 |
Buitenschoolse opvang | 7,00 | 7,22 | 7,39 | 7,51 | 7,67 |
0- t/m 3-jarigen gastouderopvang | 5,84 | 5,99 | 6,21 | 6,25 | 6,38 |
4- tot 12-jarigen gastouderopvang | 5,84 | 6,02 | 6,27 | 6,27 | 6,42 |
Maximum uurprijzen | |||||
Dagopvang | 7,18 | 7,45 | 8,02 | 8,17 | 8,46 |
Buitenschoolse opvang | 6,69 | 6,95 | 6,89 | 7,02 | 7,27 |
0- t/m 3-jarigen gastouderopvang | 5,75 | 5,91 | 6,15 | 6,27 | 6,49 |
4- tot 12-jarigen gastouderopvang | 5,75 | 5,91 | 6,15 | 6,27 | 6,49 |
Relatief verschil gemiddelde t.o.v. maximum uurprijzen | |||||
Dagopvang | 0,1% | 0,1% | 1,0% | 1,4% | 0,7% |
Buitenschoolse opvang | 4,6% | 3,9% | 7,3% | 7,0% | 5,4% |
0- t/m 3-jarigen gastouderopvang | 1,5% | 1,3% | 1,0% | -0,4% | -1,7% |
4- tot 12-jarigen gastouderopvang | 1,6% | 1,8% | 1,9% | 0,0% | -1,0% |
Bron: Belastingdienst/Toeslagen, cijferbeeld april 2021, bewerking SZW
4. Aanbod kinderopvang
Tabel 6 geeft een weergave van het aantal locaties dat kinderopvang aanbiedt. Het aantal locaties dagopvang is met 9.047 vrijwel gelijk aan de stand van vorig jaar in het eerste kwartaal. Aan het eind van vorig jaar steeg het aantal locaties dagopvang en buitenschoolse opvang. Daarna is het aantal locaties dagopvang weer licht gedaald, terwijl de beperkte stijging bij de buitenschoolse opvang wel doorzet. De dalende trend bij het aantal gastoudervoorzieningen zet onverminderd door. Het afgelopen kwartaal is dit aantal afgenomen met 339 voorzieningen.
Tabel 6: aantal kinderopvang- en gastouderlocaties | |||||||||
Jan. 2017 | Jan. 2018 | Jan. 2019 | Jan. 2020 | April 2020 | Juli 2020 | Okt. 2020 | Jan. 2021 | Apr. 2021 | |
Dagopvang | 7.499 | 9.029 | 9.003 | 9.029 | 9.020 | 9.002 | 9.046 | 9.066 | 9.047 |
BSO | 6.648 | 6.894 | 7.152 | 7.384 | 7.414 | 7.428 | 7.519 | 7.569 | 7.595 |
Gastouders | 33.585 | 31.447 | 27.881 | 25.237 | 24.689 | 24.052 | 23.176 | 22.675 | 22.336 |
Bron: DUO rapportage Landelijk Register Kinderopvang
1 De cijfers zijn gebaseerd op de opgaven van aanvragers, die nog kunnen wijzigen als gevolg van het definitief vaststellen van inkomen en gebruik. Voor 2017 en 2018 zijn vrijwel alle beschikkingen en onderliggende gegevens definitief; ook voor 2019 is het grootste deel van de beschikkingen definitief vastgesteld.
2 Bij gemiddelde aantallen wordt een kind dat bijvoorbeeld 1 dag in een jaar naar kinderopvang gaat en waarvoor de ouders recht hebben voor kinderopvangtoeslag voor 1/365 meegeteld.
3 De som der delen is groter dan het totaal. Dit komt omdat een kind binnen een kalenderjaar van meer dan een type opvang gebruik kan maken (bijvoorbeeld gastouderopvang en kinderdagopvang). Voor het totaal aantal kinderen wordt zo’n kind één keer meegeteld.
4 Het betreft de gemiddelde uurprijzen, waarbij gewogen is naar gebruik. Ter illustratie: de uurprijs van gebruikers die 60 opvanguren afnemen weegt drie keer zo zwaar mee bij bepaling van het gemiddelde als de uurprijs van gebruikers die 20 opvanguren afnemen.
5 Deze cijfers over de gemiddelde uurprijs zijn gebaseerd op de uurprijzen die ouders aan de Belastingdienst/Toeslagen doorgeven.
Cijfers kinderopvang eerste kwartaal 2021
De gegegevens in dit artikel zijn voor het laatst bijgewerkt en gecontroleerd op 18 september 2024