Belastingdienst bespaart op de Toeslagen 2023
Jaarlijks worden per 1 januari 2023 de nodige tabellen aangepast met indexcijfers, in verband met de te verwachten loon- en kostenstijgingen. Dat gebeurt niet altijd even consequent en de gevolgen zijn niet altijd gelijk zichtbaar. Deze kunnen ook (onzichtbare) besparingen opleveren.
Inkomensstijging 2023
- De tabel kinderopvangtoeslag 2023 is geïndexeerd met 3,37 %
- Belastingdienst taxeert toetsingsinkomen 2023 11,99 % hoger dan inkomen 2022
Medio 2022 is bekend gemaakt dat de tabel kinderopvangtoeslag 2023 geïndexeerd wordt met 3,37 %. Dit indexeringspercentage voor de toetsingsinkomens is een gewogen gemiddelde van de procentuele ontwikkeling van de contractlonen in de marktsector, de premie gefinancierde sector en de gesubsidieerde sector, en bij de overheid, zoals geraamd voor 2023 in het CEP.
Bij het taxeren van de toetsingsinkomens van 2023; waarop de voorlopige beschikkingen kinderopvangtoeslag, zorgtoeslag, huurtoeslag en kindgebonden budget worden gebaseerd; heeft de Belastingdienst deze 11,99 % hoger gezet ten opzichte van de bekende gegevens van 2022. Dit in verband met de verwachte loonstijgingen in 2023.
Terwijl de Belastingdienst een inkomensstijging van bijna 12 % reëel acht in 2023 is dat zeer afwijkend van de indexatie tabel kinderopvangtoeslag en de maximum uurtarieven kinderopvangtoeslag.
Besparing kinderopvangtoeslag
Dit levert ook een besparing op voor de Staatskas op de kinderopvangtoeslag. Er worden voorlopig minder toeslagen uitgekeerd doordat inkomens mogelijk te hoog zijn ingeschat. Daarbij is het maar de vraag of de (te lage) indexeringspercentage van 3,37 % in 2024 wordt gecorrigeerd bij de tabellen kinderopvangtoeslag 2024, dat is de laatste jaren niet gebruikelijk geweest.
Voorbeeld:
Ouder X heeft in 2022 een inkomen van € 34.500. Hierdoor heeft deze recht op respectievelijk 90,9 % / 94,70 % vergoeding 1e kind/2e en volgende kind(eren).
Het inkomen 2023 stijgt met 3,37 % (tot € 35.663) heeft ouder in 2023 ook recht op respectievelijk 90,9 % / 94,70 % vergoeding 1e kind/2e en volgende kind(eren).
De Belastingdienst heeft het toetsingsinkomen 11,99 % hoger getaxeerd en is dus € 38.637. Bij dit inkomen is het recht respectievelijk 89,5 % / 94,5 % vergoeding 1e kind/2e en volgende kind(eren).
De voorlopige beschikkingen zullen dus voor de ouders voorlopig lager uitvallen. Bij dit voorbeeld ontvangt de ouder circa € 120 per jaar minder kinderopvangtoeslag op de voorlopige beschikking. Dit kan natuurlijk ook nog gevolgen hebben voor huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget!
Pas bij definitieve vaststelling beschikking kinderopvangtoeslag 2023 (2e helft van 2024) zal dit dan gecorrigeerd worden en ontvangt ouder een nabetaling.
Verspringen trede
Bij welk % aan stijging inkomen de ouder een trede verspringt (en dus een lager vergoedingspercentage ontvangt) hangt af van de hoogte van het inkomen. Zo varieert de breedte van een trede in de tabel kinderopvangtoeslag 2023 tussen de € 1.400 en € 3.430. Bij de hoogste inkomens zal een inkomensstijging van circa 5,1 % leiden tot een lagere trede, terwijl bij lagere inkomens dit 10 % moet zijn.
Vermindering terugvorderingen
De Belastingdienst is al jaren bezig het aantal terugvorderingen terug te dringen. De terugvorderingen bij vooral lage inkomens is moeizaam. Het gaat bij lage inkomens vaker om relatief hogere bedragen (helemaal ten opzichte van het inkomen) dan bij de hogere inkomens. De invordering kost de Belastingdienst veel geld (en mankracht), maar is natuurlijk ook voor de belastingplichtige zeer vervelend. Deel van de invorderingen zal ook niet kunnen worden uitgevoerd en oninbaar zijn.
Als de voorlopige beschikkingen te laag zijn doordat er bijvoorbeeld de toetsingsinkomen te hoog zijn ingeschat, volgen er bij de definitieve beschikking een nabetaling, maar dan gebaseerd op feitelijke gegevens.
Betalingen
Lagere beschikkingen zorgen ervoor dat de Staatskas op dit moment minder hoeft uit te betalen en dat deel betalingsverplichting verschuift naar de toekomst. Voor de ouders die nu betalingsproblemen hebben niet echt wenselijk.
Overzicht
Dit beleid heeft natuurlijk gevolgen voor ouders en de Staatskas.
- Of bij iedereen het inkomen stijgt met 11,99 % is maar zeer de vraag. De verwachting is dat dit in 2023 ergens tussen 4,5 % en 7 % zal gaan bedragen (uitgezonderd de minimum lonen).
- Het toetsingsinkomen (te) hoog inschatten zorgt ervoor dat veel beschikkingen (kinderopvangtoeslag, huurtoeslag, zorgtoeslag, kindgebonden budget) eigenlijk te laag zijn begin 2023.
- Ouders kunnen uiteraard toetsingsinkomen aanpassen door zelf een schatting te maken en door te geven. De praktijk is echter dat dit vaak niet of pas laat in het lopende jaar wordt gedaan. Dit kan dus betalingsproblemen opleveren voor ouders.
- Het aantal terugvorderingen van de Belastingdienst zal redelijkerwijs verminderen. Dit zal dus een besparing zijn voor de Staatskas (minder kosten invordering), meer afrekenen op feitelijke inkomens. Hiermee kan de Belastingdienst ook voldoen aan eerdere plannen.
- Doordat indexering toeslagtabel niet meeloopt met werkelijke stijgingen loonkosten zullen ouders een lager vergoedingspercentage voor de kinderopvangtoeslag krijgen doordat ze een lagere vergoedingspercentage ontvangen. Deze verschuiving levert een besparing op voor de Staatskas.
Controleer je beschikking
Controleer dus zo snel mogelijk het toetsingsinkomen 2023! En geef alle relevante wijzigingen door aan de Belastingdienst.
De gegegevens in dit artikel zijn voor het laatst bijgewerkt en gecontroleerd op 29 september 2023